Witte zwanen, grauwe ganzen, wilde eenden
Geen witte kerst – aan de temperatuur lag het niet. Aan de knobbelzwanen evenmin. Geen wak of er zaten knobbelzwanen in of bij, de witwassers. Prachtig hoe ze spiegelden in water en ijs.
Het ijs was glad en donker – dat beloofde een ideale schaatsvloer. Maar de enige die ik zag schaatsen waren meerkoeten. Ze fladderden het ijs op, waar ze zich met onbeholpen schaatsbewegingen staande hielden.
Meerkoeten hebben lange tenen met brede lobben. Ze hebben geen vliezen, zoals eenden, ganzen en zwanen. Meerkoeten zijn dan ook geen familie van de eenden. Ze zijn verwant aan kraanvogels. En aan waterhoentjes natuurlijk.
Al die watervogels zijn dankzij een ingenieus bloedvatstelsel goed bestand tegen ijsvoeten, en dankzij hun geoliede verenkleed ook tegen water, dat nooit kouder wordt dan 0 graden, want dan stolt het.
In en bij de wakken zaten behalve tientallen knobbelzwanen en honderden meerkoeten ook tientallen wilde eenden, krakeenden, kuifeenden en honderden smienten en slobeenden. Zoveel slobeenden bij elkaar, waar zie je dat nog! In het kleine Natuurmonument Kardinge bij Groningen zie je dat, een eendrijk gebied. Al miste ik de tafeleenden, wintertalingen en pijlstaarteenden die ik er eerdere winters tegenkwam. Ook brilduikers, nonnetjes en grote zaagbekken ontbraken.
Wel vlogen er ganzen rond, door loslopende honden op de vleugels gejaagd: grauwe ganzen, kolganzen, brandganzen en een paar Nijlganzen. Ze vlogen gakkend over, van onder beschenen door de winterzon.
Bij de wakken stonden steevast een paar reigers te kleumen, terwijl in de wakken wat futen en aalscholvers naar visjes doken. De ijsvogel liet zich niet zien, maar hing ongetwijfeld bij een wak rond.
Intussen is kerst voorbij en is de kans op wit als sneeuw voor de zon geslonken, de zwanen ten spijt. Zelfs gebroken wit zit er niet in; het wordt een grauwe jaarwisseling. Ik wens u toch een zonnig jaar!
(Natuurdagboek Trouw donderdag 30 december 2021)