
Zondag zag ik vanuit de auto in de berm bloemen bloeien. Ze leken op het zilverschildzaad waarover ik het hier laatst had. Het bleek een andere soort te zijn, met de onopvallende naam grijskruid. Grijskruid heeft witte bloemen maar een grijzige stengel en grijzig blad. Dat komt door een vacht van grijze haartjes. De stengels kunnen deceimeters lang worden en daarbovenop bloeien de bloemen in trosjes.
En als blad en stengel niet grijs zouden zijn, worden ze wel grijs door het fijnstof, want grijskruid is echt een plant van wegbermen. Hoewel hij ook spoorbermen accepteert.
Er bloeien niet veel bloemen meer, er is een paar keer nachtvorst geweest, en dan houdt het gauw op. Hoewel de mosterd- en sommige andere kool-achtigen gewoon door blijven bloeien. Misschien minder uitbundig dan ’s zomers, maar toch. Grijskruid is ook een kool-achtige kruisbloem. Koolwitjes zijn er gek op. Paarden zijn er juist niet gek op. Voor paarden zijn de bloemen giftig. Grijskruid bloeit nu op zijn achterste benen, want het overleeft de winter niet, het overwintert als zaad.
Het grijskruid op de foto heb ik in Berlijn gefotografeerd, in de zomer. Grijskruid bloeit volgens de boeken tot en met september, maar er zijn laatbloeiers onder de grijskruiden die zich niet aan de voorschriften houden. Ze denken vast dat ze niet opvallen, grijs als ze zijn, maar als er bijna niets bloeit, vallen ze natuurlijk wel op.
Overigens zijn er ook al vroege bloeiers. Zo loopt het ene seizoen over in het andere. Grijskruid mag dan laat bloeien, sneeuwklokjes bloeien vroeg. Ik kreeg al diverse meldingen. Het vroegste sneeuwklokje bloeide eind november al, in het noordelijke Haren nog wel.
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 23 december 2014)