Welk dikkopje?

Ik dacht dat het vlindertje een groot dikkopje was. Een vermoeid groot dikkopje met versleten vleugels. Ik stapte op Schiermonnikoog door een duinvallei met zeggen, grassen en bloemen, omzoomd door bramen, duindoorns en jonge berkjes. Dat leek me een uitstekend leefgebied voor grote dikkopjes. Juli is bovendien de vliegmaand bij uitstek voor deze fraaie vlinders. En hij zat op een braambloempje, waarvan dikkopjes de nectar onweerstaanbaar vinden.

Maar de min of meer halfronde vlek op de onderkant van zijn achtervleugel zou kunnen betekenen dat het een kommavlinder was. Zoveel weet ik niet van die subtiele verschillen in verschijningsvormen van dikkopjes. Ik nam dus een foto en sloeg de velgids Dagvlinders van de KNNV erbij open. Het blijft een heikele bezigheid, vlinders determineren van een foto waarop de vlinder categorisch weigert eens lekker zijn vleugels te strekken. Maar hij blijft tenminste zitten. Het lijkt me qua vleugeltekening inderdaad een kommavlinder. De komma is genoemd naar die vleugelvlekjes in de vorm van halve maantjes.

Kommavlinders zijn niet zo algemeen. Ze leven op grazige plekken met een kalkrijke, voedselarme bodem. Ze zetten hun eitjes af op graspollen en zijn als vlinder verzot op nectar. Bloemrijk mag het gras dus wel zijn en bloemrijk was het gras waar deze vlinder van braam genoot. Bloemrijk en kalkrijk. Kommavlinders en grote dikkopjes vliegen beide van juni tot augustus, maar het grote dikkopje overwintert als rups, de kommavlinder als ei. Een ander verschil tussen beide soorten is hun verspreiding. Het groot dikkopje komt nauwelijks voor op de Waddeneilanden, de kommavlinder komt nauwelijks ergens anders voor. Ik houd het dus op kommavlinder. Maar misschien denkt u er anders over?