Wants met de geur van herfstige bosgrond

Soms komt er een insect snorrend als een helikopter op je af. Een kever, libel of wants bijvoorbeeld. Libellen zijn wendbaar, kevers en wantsen halen soms de bocht niet. Ik krijg dikwijls foto’s van lezers, met de vraag: welke kever? Meestal is het dan geen kever, maar een wants. Wantsen snorren graag tegen je aan.
Veel wantsen hebben net als kevers een schild: schildwantsen. Het schild zit anders in elkaar dan dat van een kever, maar lijkt er meer op dan op zeg het schild van een schildpad.
In de herfst komen de foto’s van bladpootrandwantsen, zuidelijke wantsen die nog maar twintig jaar in Nederland voorkomen, die graag warm blijven en over de wonderlijke eigenschap beschikken warmte te kunnen zien. Ze komen dus op huizen af en worden vaak gefotografeerd. De eerste werd me al gemeld.
Nu stromen de meldingen van groene stinkwantsen binnen; traag lopende maar snel vliegende beestjes. Ze hebben het formaat van een 5-eurocent-munt. Ze zijn groen, op hun achterwerk en de uit hun schild stekende vleugelpunten na.
Groene stinkwantsen zijn algemeen en bovendien helemaal niet schuw. Integendeel, ze zitten vaak open en bloot van het zonnetje te genieten. Ze vertrouwen op hun schutkleur en hun stank. Bij gevaar scheiden ze een goedje af dat menig potentiële vijand van de beoogde maaltijd doet afzien. Ik vind het niet echt stinken; het is meer de geur van een herfstige bosgrond.
Laatst zag ik een groene stinkwants over ons terras stappen. De kat van mijn geliefde deinsde terug – dat beest vlucht voor een koolmees naar binnen om vervolgens vanachter het raam heldhaftig te blazen. Maar na enige tijd ging haar ene voorpoot toch nieuwsgierig richting wants. Tegen katten zijn stink- noch andere schildwantsen opgewassen, dus joeg ik de kat erbij weg en bracht ik de wants in veiligheid in de bosjes. Niet op de hand maar op een herfstig uitziend blaadje. Scheelde toch wat groene zeep.
(Natuurdagboek Trouw woensdag 4 augustus ’21)