Waar blijven de heilige rupsen?
Om de hoeveelheid Jakobskruiskruid in mijn tuin te stabiliseren, heb ik een paar jaar geleden de zwart met geel gestreepte rupsen van de sint-Jacobsvlinder geïntroduceerd. Die vraten gewoon door, nadat ik ze had verhuisd, hoewel enkele zich even oprolden in afwachting van wat er komen ging.
Sommige insecten zijn zeer kieskeurig over de plant die ze als larve eten en sint-Jacobsrupsen eten alleen kruiskruid, bij voorkeur dat van Jakob. De plant schrijf je met een k, de vlinder met een c. Plant en vlinder zijn volgens mij beide genoemd naar de apostel Jakobus (de Meerdere), maar alleen de vlinder krijgt de titel sint. Misschien omdat het zo’n mooie vlinder is: zwart met rood (foto). De sint-Jansvlinder is ook heel mooi, eveneens zwart met rood, en net zo groot als de sint-Jacobsvlinder. Beide sinten zijn nachtvlinders die ook overdag actief zijn. Er is ook een plant met de naam sint-Janskruid, dus wel met sint, maar dat is niet de waardplant van de sint-Jansvlinder. Sint-Jansrupsen lusten geen sint-Janskruid, ze eten alleen rolklaver.
Enfin, elke lente als de Jakobskruiskruiden opkomen, hoop ik op sint-Jacobsvlinders. Vorig jaar zag ik er wekenlang twee, en plotseling kwamen er tientallen rupsjes tevoorschijn, waarvoor niet eens genoeg Jakobskruiskruid voorradig was. Ik heb nog planten van elders opgehaald.
Nadat die rupsen volgroeid en de kruiskruiden kaal zijn, kruipen de rupsen over de grond en zoeken ze een plek om zich in te graven. In de grond brengen ze als pop de winter door. Vanaf april kruipen de vlinders uit de grond. Ik zag ze in de tuin pas de derde week van mei. De eerste vond ik dood in een spinnenweb. Daarna zag ik er maximaal twee tegelijk. Als dat een vrouwtje en een man waren…
Maar ik zie ze al minstens vijf weken niet meer, terwijl de Jakobskruiskruiden nog niet eens bloeien. Geen rups te bekennen. Zouden vlinders en waardplanten elkaar zijn misgelopen?
(Natuurdagboek Trouw donderdag 29 juni ‘23)