Vroege smaakmaker

Het is koud voor de tijd van het jaar, april doet ook maar wat hij wil. Het voordeel daarvan is dat de lente vertraagd voortschuift. De krokussen zijn uitgebloeid, maar sterhyacinten, druifjes, bosanemonen en speenkruid bloeien maar door.
Pinksterbloemen staan al weken op uitbarsten – straks bloeien ze nog met Pinksteren! Judaspenningen beginnen aarzelend te bloeien, look-zonder-look houdt zich nog even in.
Wie de tijd van zijn leven lijkt te hebben, is kleine veldkers. Deze kaboutervariant van de pinksterbloem bloeit met witte minibloemetjes. Bermen, borders, boomspiegels, duinen, grasveldjes kunnen ermee vol staan, vooral op zandige grond. Ook op het scherpe zand tussen de stoeptegels gedijt dit plantje.
Kleine veldkers valt niet zo op, al vormt het met vele soortgenoten een gemengd waas van groen, donker en wit. Het groene komt van de bladrozetten. De langwerpige bladeren zijn op verschillende plaatsen ingekerfd waardoor ze op kleine ronde blaadjes lijken, net als pinksterbloem maar dan kleiner. Het donkere komt van de donkerpaarse stengels die kaal zijn en toch wel twintig, dertig centimeter hoog kunnen worden. Bijna even hoog als pinksterbloem. Het witte komt van de bloemblaadjes, vier per bloem, in kruisvorm gerangschikt, net als pinksterbloem maar dan kleiner en wit. Kleine veldkers en pinksterbloem horen allebei bij de familie van kruisbloemigen.
Het plantje smaakt vrij scherp en kan bij wijze van peper of als mosterd gebruikt worden. Wie de gewoonte afschaft om alleen nog te eten wat in plastic verpakt uit de supermarkt komt, kan deze smaakmaker overal gratis vinden. Extra voordeel van kleine veldkers is dat de plant vitamine A, C en D levert. Tevens bevat het magnesium, wat in deze tijd van zelf gediagnostiseerde magnesiumtekorten een uitkomst kan zijn. Kleine veldkers is er al in de winter en het vroege voorjaar, als er nog maar weinig eetbaars groeit.
(Natuurdagboek Trouw vrijdag 16 april ’21)