Vleesetende waterplant

Vleesetende waterplant

© Meint Mulder, Blaasjeskruid

Bij vrienden staat de vijver vol ontwapenende, gele bloempjes. Maar pas op: onder water hebben de bloempjes een partij gewiekste  vallen op scherp staan. Eivormige ballonnetjes met een deurtje vol antennes. De ballonnetjes staan onder druk van het water. Ze worden een beetje samengeperst, waar ze handig gebruik van maken. Zodra de antennes een klein vlokreeftje, wormpje, een muggenlarve of soms zelfs kikkervisje voelen, klapt het deurtje open, zuigt de lege ballon zich barstensvol, waarna de nieuwe inhoud het deurtje weer dichtduwt. De watervlo of worm zit gevangen en wordt verteerd. Blaasjeskruid is dus een vleesetende waterplant.

Twaalf jaar geleden zag ik blaasjeskruid voor het eerst, met Henk van Halm, roeiend in diens geliefde Botshol. Henk viste met de roeispaan blaasjeskruid op en duidelijk zagen we dat de plant in het water dreef. Blaasjeskruid heeft geen wortels tot de bodem. De plant neemt voedingsstoffen uit het water op, maar kan ook in nitraat- en fosfaatarm water overleven, als er soms maar een diertje in de buurt komt. Niet dat die plant denkt: aha, een diertje, grijp het! Nee, dat moordproces gaat gedachteloos en volautomatisch. Ook klontjes aarde of blaadjes eendenkroos botsen weleens tegen de antennes en worden dan opgeslurpt als door een vacuüm-toilet. Glop!

In de herfst gaat blaadjeskruid dood, maar eerst maakt de plant knolletjes die naar de bodem zinken. De knolletjes vormen bladeren die ze als een deken om zich heen slaan. In de lente komen ze weer boven drijven, lopen ze uit en bloeien ze. Op de bloemen komen insecten af die niet gevangen en gegeten worden. Ze mogen verder vliegen om de bloemen van de buren te bestuiven.

DELEN
Reacties zijn gesloten.