
De achtertuin van het huis van mijn kindertijd was diep. Het achterste deel lag in de schaduw van hoge coniferen. Ervoor lag een bassin met onheilspellend zwart water, waarvan ik zeker wist dat er een diepe put onder schuilging. Er dreven takjes in met de vlezige, onscherpe naalden van de coniferen, groen en bruin. Die taxussen, taxi voor latinisten, groeiden langzaam, maar gestaag. Ze leverden genoeg takken voor de jaarlijkse kerstversiering. Er werd een schuur voor gebouwd, waar ze steeds hoger bovenuit staken.
Venijnbomen waren het, taai als draadjesvlees. De schors en naalden van de taxus zitten vol taxine en dat is toxisch, oftewel giftig. Als vee er genoeg van knabbelt, sterft het een gruwelijke dood. Nu er vee in de natuur wordt gehouden, gebeurt dat soms.
Veel mensen vinden coniferen lelijk. Coniferen weren hun zon. Die mensen kappen coniferen zonder aanzien des booms. Misschien zijn er wel venijnbomen bij van eerbiedwaardige leeftijd. Laatst keek ik vanuit het achterompaadje naar de oude tuin: de venijnbomen waren weg. Weten die mensen veel. Ze weten ook niet dat de ransuilen ineens hun rustplaats kwijt zijn en zangvogels hun bessen.
De rozerode bessen zijn niet giftig. In elke bes zit één zaadje, een minipijnappeltje. Dat zaadje is wel giftig. Vogels poepen het ongeschonden uit, in de mensenmaag verteert het, met helse gevolgen.
Als kind leken die bessen me heerlijk. Toen er een takje met glanzende bessen in het bassin dreef, probeerde ik het te pakken. Ik reikte, ik viel erin, ik dacht: dit is het einde, maar het was niet diep, ik klom eruit. Van schrik vergat ik de bessen, de put heeft me gered.
“Als vee er genoeg van knabbelt, sterft het een gruwelijke dood.”
Hetzelfde geldt voor Jacobskruiskruid, Heermoes, ja, zelfs voor gras geldt dat als je er genoeg van eet dat je een gruwelijke dood sterft. En wat denk je van de specerijen die je in je eten stopt?
Ik heb een foto van een taxus met een graaslijn: die toont aan dat er regelmatig van gegeten wordt door vee. Voor alles geldt dat je het met mate moet doen. Wilde dieren leren dat, en worden anders weg geselecteerd. Vee dat van jongs af aan leeft met giftige planten, leert om er niet teveel van te eten.
“Nu er vee in de natuur wordt gehouden, gebeurt dat soms.” Ik heb het nog nooit gehoord voor Taxus, maar wel voor Heermoes, dus ik kan het me wel indenken. Vee in de natuur is een eeuwenoud gebruik. Op Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog bestaat het gebruik volgens mij onafgebroken tot nu toe. Ook in een onverkaveld landschap als de Alpen bestaat het gebruik van de gemeenschappelijke weide. Het is relatief maar een korte tijd dat er geen vee in natuurgebieden meer loopt, deels als reactie op roofbouw en deels als gevolg van bepaalde bosbouwkundige inzichten.