Vedervlinder aan de wand
Er zit een insect op de wand, een kleine nachtvlinder met een rank postuur in de vorm van een T. Het is een vedermot. Vedermotten zijn er in soorten, sommige zijn sneeuwwit, vele hebben vleugels als gevingerde waaiers. Maar in rust zie je de diepe insnijdingen in de vleugels niet, dan zijn de vleugels opgevouwen als de waaiers waar ze op lijken, gezigzagd tot twee gestrekte zijarmen.
De vedermot aan de wand is vlekkerig bruin. Het is een Amblyptilia Acanthadactyla. Zijn Nederlandse naam is me onbekend, en die Latijnse naam is ook niet 1, 2, 3 te onthouden. Hij wordt er niet minder mooi van. Ik vind ze heel apart, die gekke vlinders in T-vorm. Ik breng hem in de kom van mijn handen naar buiten. Daar neemt hij plaats op de buitenmuur. Het is niet bijster koud, en daarom zal de vlinder ook nog wel actief zijn. Deze soort duikt vaker op in de winter, maar de zomer is een geliefder seizoen. Winterwaarnemingen zijn schaars. Des te meer verrast deze bezoeker me.
Volgens oudere boeken komt Amblyptilia acanthadactyla niet voor in Noord-Nederland. Dat is nu wel anders. Misschien ligt het wel aan klimaatverandering, misschien ook niet. De vlinders, pardon hun rupsen leven van de bloemen, jonge blaadjes en zaden van munt, salie, struikhei en nog een heleboel planten.
De vedermot zit na een uur nog op de buitenmuur. Het is dan wel niet koud, maar het waait en regent wel. Zou het insect het op prijs stellen dat ik hem buiten gezet. In ieder geval heeft ie een kans. Tot mei kunnen ze het uithouden. Daarna vliegen ze in juli weer.