
Foto Koos Dijksterhuis
Al jaren ruim ik op strandwandelingen afval op. Het aantal flesjes is gekelderd sinds er statiegeld is ingevoerd. Wat er nog wel heel veel ligt: plastic draden uit visnetten, ballonnen en peuken. Er schijnt veel minder (plastic) afval in zee te belanden dan gedacht. Dat komt niet doordat er minder plastic wordt weggegooid, maar omdat het in rivieren blijft hangen. In de Donaudelta in Roemenië kun je aan de duizenden petflessen in de boomkruinen zien hoe hoog het water heeft gestaan. Daar wordt geen statiegeld geheven.
Draden uit visnetten zijn afkomstig van spooknetten: netten die vissers verloren of moedwillig los kapten en die als killers door de zeeën zweven, uit elkaar vallen en werkelijk overal op en onder het zand zitten.
Stichting de Noordzee hield laatst de jaarlijkse strandopruiming. Op het strand van Zandvoort alleen al telden vrijwillige deelnemers 6.366 sigarettenpeuken. Reken maar dat dat slechts een fractie is van wat er aan peuken lag. Mensen zien kleine objecten over het hoofd, en de meeste peuken worden binnen de kortste keren ondergestoven. Peuken worden vreemd genoeg beschouwd als een categorie afval dat je overal onbekommerd mag dumpen. Terwijl peuken grotendeels uit onverteerbare filters bestaan die een cocktail van chemische gifstoffen bevatten.
Ten slotte de ballonnen. Nog steeds worden die opgelaten. Sterker nog: die onzalige Chinese vuurballonnen zijn erbij gekomen, om de spiritueel angehauchte feestvierder ook tot milieuverwoesting te verleiden. Het zijn van ballonnen meestal afgescheurde mondstukken die ik vind, vaak zit er nog een lintje aan. Soms zijn de ballonnen nog heel, maar wel (bijna) leeggelopen, een enkele keer stuiteren ze nog fris en fruitig over de zee of het zand.
Ballonnen en ballonlintjes worden in vele magen gevonden van opengesneden dode zeevogels. Wat voor de één een happy meal is, is voor de ander een unhappy meal.
(Natuurdagboek Trouw maandag 11 september ’23)