Tropische verrassing in Hollands water
Schelpenliefhebber Wim Kuijper heeft een voorkeur voor schelpdieren van zoet water. Toen hij op bezoek was bij Paul Hoogeboom in Noord-Holland, bleek de laatste een bijzondere vondst te hebben gedaan op de bodem van de Toolenburgerplas bij Hoofddorp. Het was een slakkenhuis van 21 bij 14 centimeter.
Hoogeboom duikt weleens in de vijf tot tien meter diepe plas. Kuijper bracht de schelp op naam. Het enorme slakkenhuis is van de tropische zeeschelp Melo broderipii, die bij de Filippijnen voorkomt. De heren schreven over de wonderlijke vondst in het weekdierenblad Spirula.
De schelp is in zeer goede staat en behoorlijk schoon. Hij lag er vast nog niet zo lang. Wel hadden zich al tientallen driehoeksmosseltjes aan hem gehecht. Vooral op de grillige top van het slakkenhuis vonden ze aanknopingspunten, de zijkanten zijn te glad en misschien te bol als hechtplaats voor mossels.
De Toolenburgerplas is een recreatieplas. Er is geen scheepvaart, en al helemaal geen zeescheepvaart. Het slakkenhuis moet er door een mens in zijn gegooid. Misschien had een houder van een zee-aquarium er genoeg van. Die had hem dan netzogoed in de gft-bak kunnen dumpen, want een tropische zeeslak redt het niet in een Noord-Hollandse zoetwaterplas. Of, zoals Kuijper en Hoogeboom suggereren, iemand wilde een grap uithalen met een duiker.
De melo kan 35 centimeter hoog worden en is één van de grootste zeeslakken ter wereld. Het is een roofslak en was net als verwante slakkensoorten in trek als scheepstoeter in de kano’s van Zuidoost-Aziatische volkeren. Tegenwoordig zijn zulke schelpen meer in trek als souvenir van westerse toeristen. Die ze thuis blijkbaar in een plas gooien om duikers mee te foppen.
(Natuurdagboek Trouw donderdag 26 nov. 2015)