Trekvogels eten zich rond

Het is nog augustus en als de zon schijnt, schijnt ie warm. Toch staat de herfst voor de deur. Bloemen vormen zaad, bomen zetten vrucht, de eerste eikels vallen, kokmeeuwen ruien naar hun bleke wintersmoel. Vele vogels vertrekken naar het zuidwesten, andere arriveren uit het noorden voor de winter, of voor een tussenstop om zich vol te vreten.
Veel kleine zangvogels zijn al vertrokken. We horen en zien hier in Groningen nog dagelijks tjiftjaffen, maar de meeste fitissen zijn weg. Wel komen er Zweedse fitissen op bezoek, onderweg naar Afrika. Grasmussen, vliegenvangers, roodstaarten en andere Afrikagangers staan op het punt van vertrek en vreten zich voor de reis vol.
We zagen tot 18 augustus groepjes gierzwaluwen overkomen, onderweg druk insecten happend. Boeren- huis- en oeverzwaluwen blijven nog even en zijn druk met eten. Ze zwermen en jagen door de lucht; hap snap. Happen en snappen doen ze boven water, boven bosjes en boven bloemenweiden. Daar zijn dansmuggen, vliegende mieren en andere insecten te vinden.
De zwaluwen blijven uit de buurt van de bruine kiekendieven, die zich ook rond eten alvorens de reis beginnen over Franse, Spaanse en Marokkaanse jagers, gevolgd door duizenden kilometers Saharazand. Bruine kiekendievenmannetjes zijn kleiner dan buizerds, en hebben deels witte vleugels met zwarte uiteinden. Vrouwtjes zijn bijna zo groot als buizerds, maar zijn donkerbruin met een lichte kop (foto).
Spaanse en Franse kiekendieven trekken niet naar Afrika. Nederlandse zouden ook in Spanje en Frankrijk kunnen overwinteren, maar doen dat niet of nauwelijks. Sommige blijven wel in Zuidwest-Nederland hangen, maar wie wegtrekt, steekt de Sahara over. Dat blijkt uit proeven met satellietzenders.
Het is dus niet zo dat de hele Europese kiekendievengemeenschap een eind zuidwaarts opschuift. De zuiderlingen blijven waar ze zijn, en de noorderlingen trekken hen voorbij.
(Natuurdagboek Trouw vrijdag 27 augustus ’21)