Toevallige zweefvlieg
Op de zuidhelling van een vroegere Zuiderzeedijk stond het koolzaad al uitbundig te bloeien. Van onder staken de gele bloemen prachtig af tegen het wolkenloze blauw. Aardhommels en koolwitjes zoemden en fladderden tevreden rond. En er zweefde een zweefvlieg in korte, snelle sprintjes van bloem naar bloem. Zo’n zweefvlieg had ik eerder gezien, en een naam borrelde op, maar die wilde ik eerst in de nieuwe veldgids opzoeken.
De zweefvlieg streek neer op een blad en gaf me een oogwenk om hem te kieken. Helaas van achteren, zodat zijn snoet er niet opkwam. Thuis sloeg ik de Veldgids zweefvliegen open, een dik boek waarin alle bijna vierhonderd soorten zweefvliegen van Nederland en België beschreven staan. Toevallig sloeg ik het boek precies open bij de zweefvlieg die ik hebben wou: de grote kommazweefvlieg.
Sommige mensen zeggen vol overtuiging dat ze niet in toeval geloven. Ze zeggen dat gek genoeg vooral als er iets toevalligs gebeurt. De kans dat ik in 1 keer de juiste pagina opensla is ruim 1 op 200: bijna vierhonderd bladzijden waarvan er twee tegelijk opengaan.
Ik zag eens een rouletteballetje elf keer achter elkaar op zwart belanden, een kans van minder dan 1 op 2000. De kans dat je de loterij wint is nog veel kleiner: de kans dat een lot de jackpot van de Staatsloterij wint is 1 op 2,7 miljoen. Toch zijn er mensen die een lot kopen. Die zullen dan wel een sterk geloof in toeval hebben! Laat ik mijn treffer van 1 op 200 dan ook maar toevallig noemen!
Grote kommazweefvliegen vliegen al vroeg in de lente in allerlei landschappen en bij allerlei bloemen, onder meer koolzaad. Die souplesse alleen al onderscheidt hen van de veranderlijke en van de variabele kommazweefvlieg, en zelfs van de terrasjeskommazweefvlieg, die zich anders gedraagt. Zweefvliegen bijten of steken niet. De larven van kommazweefvliegen leven van bladluizen; iedere tuinder zou ze moeten verwelkomen.
(Natuurdagboek Trouw maandag 15 april ’19)