Tjiftjaf en fitis zingen nog even
Als het in deze tijd van het jaar zonnig nazomerweer is, laten fitissen en tjiftjaffen nog wel eens hun lied horen, alsof het lente is. Dat de daglengte rond de herfstevening gelijk is aan die rond de evening in maart, geeft ze misschien een lentegevoel…
Tjiftjaffen en fitissen horen bij onze talrijkste broedvogels. Vanaf eind maart, als ze uit het zuiden arriveren, klinkt overal hun lied. ‘Tjiftjaf, tjiftjaf’, zingen tjiftjaffen onafgebroken, terwijl fitissen hun riedeltje van hoog naar laag afrollen. Zo verschillend als ze zingen, zo eender zien ze eruit. De kleine, geelgroene vogels hebben wel een paar subtiele verschillen in uiterlijk, maar daarvoor moet je ze goed kunnen zien. Een fitis is geelgroen met iets meer nadruk op geel, de tjiftjaf legt het accent op groen. Tjiftjaffen hebben gemiddeld donkerder pootjes dan fitissen, maar niet altijd. Fitissen hebben een wat duidelijker oogstreep. Maar ze uitgebreid bekijken – daar komt het zelden van. Meestal zie je van de tussen de bladeren schietende vogeltjes hooguit een glimp. Je kunt ze dus beter op het gehoor determineren.
Dat kan de hele lente, maar wordt gedurende de zomer lastiger. Als ze jongen hebben, zijn de vogeltjes te druk met voeren om te zingen. Bovendien willen ze geen katten en eksters op hun aanwezigheid attenderen, dus houden ze hun snavel. Daarna pakken ze hun biezen en gedurende september vertrekt de hoofdmoot.
Maar er zijn late fitissen en sommige tjiftjaffen blijven zelfs de hele winter hangen. Toch denk ik dat de vogels die nu ineens weer gaan zingen uit Noorwegen, Zweden of Finland komen. Ze hebben al een hele reis achter de rug en strijken bij ons een paar dagen neer om wat te eten, alvorens ze hun vlucht naar Noord- (tjiftjaffen) en West-Afrika (fitissen) voortzetten.
En als ze hier dan even op insectenjacht gaan, willen ze elkaar niet voor de voeten vliegen. Dus zingen ze even waar ze zijn.
(Natuurdagboek Trouw woensdag 23 september ’20)