Storm!
De treinen reden niet. Waren de bladeren eens van de rails gewaaid, vielen er weer bomen op. ‘We hebben nu eenmaal met de natuur te maken’, sprak een woordvoerster op de radio.
Luchtdrukverschillen, daar komt het van. Op de ene plaats warmt de lucht op en stijgt de druk, op de andere koelt ie af en daalt de druk. Op een kilometer of tien hoogte jagen straalstromen van hoog naar laag. Op ons niveau ook, maar dan draait de storm vaak om de kern heen. Wie in de weg staat, krijgt ervan langs. Natuurgeweld – de natuur krijgt de schuld, terwijl de natuur er juist onder lijdt.
In mijn tuin plofte een enorme tak neer. Die brak af van de kersenboom. De kers laat zijn blad laat vallen en ving meer wind dan de al bijna ontbladerde platanen. De appelboom hield heel wat blad vast, maar appels hoef ik niet meer te plukken. Emmers vol lagen er. Op weg naar de winkel, een afstand van een kilometer, telde ik vier afgeknakte bomen en één ontwortelde lantaarnpaal. De straat ging schuil onder takken en bladeren. Bij de stadsplas ging het water geleidelijk over in lucht.
Thuis kreeg ik een sms-alert: ‘alleen met spoed 112 bellen’. Een zonnestraal brak door. Tjonge wat was mijn kamer ineens licht. Waren de bladeren op? Maar nee, de reuzentreurwilg was geknakt, de kruin lag in mijn tuin. Geen uitzicht meer op donkergroen (zomer), geel (herfst), rood (winter) en lichtgroen (lente). Maar nu krijg ik het zonnetje in huis.
De storm heeft spinnen en insecten weggevaagd. Holen overstroomden, muizen verdronken. De natuur heeft nu eenmaal met de natuur te maken.
(Natuurdagboek Trouw 30 okt. 2013)