Uit zorg voor het klimaat hebben we het vaak over CO2-uitstoot. Over stikstof hebben we het zelden. CO2 komt in grotere hoeveelheden uit de schoorsteen, maar stikstof heeft ook broeikaseffecten en allerlei andere nadelen. Meestal komt het als oxide voor, NO2 bijvoorbeeld. Dat is ongezond voor de luchtwegen en voor de ozonlaag. Bovendien wordt de regen er zuur van. In de instabiele vorm van lachgas (N2O) sorteert stikstofoxide een broeikaseffect dat bijna driehonderd keer zo sterk is als van CO2.
Stikstof hoort erbij, het speelt al 2,7 miljard jaar een cruciale rol in het aardse leven. Maar wij verspreiden wel erg veel stikstof op de aarde, vooral in de vorm van kunstmest. In 2000 gooiden we op de hele wereld acht keer zoveel stikstof op het land als in 1960, toen kunstmest toch ook al populair was. Het jaar in jaar uit stikstof strooien noemen we bodemverbetering. Zestig procent van de nitraten komt niet in het gewas terecht, maar in de sloot, het grondwater, de zee en de lucht. Biologen van de universiteit van Odense brachten de stikstof-kringloop in kaart en schreven er 8 oktober over in het tijdschrift Science. Ze waarschuwen voor de mogelijke gevolgen van stikstof op de vegetatie, op de atmosfeer. Ze pleiten ervoor gewassen te combineren met stikstofproducerende planten, een oude bekende uit de ekologische landbouw.
Gek hoor, dat we tientallen jaren iets doen, zonder te onderzoeken hoe vervelend de nasleep kan worden. Wat niet weet dat niet deert. Daarom zijn we onvoorzichtig of misschien zelfs roekeloos. Je zou kunnen zeggen dat we voor de zekerheid onbekommerd stikstof blijven strooien. Als we er maar niet in stikken.