Steelse eenstaart

Steelse eenstaart

Gele eenstaart. Foto Jeanette Essink
Gele eenstaart. Foto Jeanette Essink

In mei vlogen ze al rond, en toen is deze foto gemaakt, maar in de loop van juli komen ze pas echt op gang. Tussendoor waren ze er even niet. In juli komt een nieuwe generatie los. Met die merkwaardige vleugels doen ze mij denken aan een ruimteschip of toch op z’n minst een stealth-vliegtuig. Ze zijn ook steels, je ziet ze zelden. Ze fladderen meestal in de schemer, en dan ook nog te hoog voor ons, rond de kruin van een eikeboom. Maar ze kunnen in beeld komen als ze uit lagere eiken opvliegen, bijvoorbeeld doordat je per ongeluk tegen de takken stoot.

Eind juli en begin augustus zijn de gele eenstaarten het talrijkst, maar met een beetje nazomerzon houden sommige het tot in oktober vol. Er zijn ook bruine eenstaarten, berkeneenstaarten en beukeneenstaarten. Ze lijken allemaal op elkaar, vliegen allevier in twee generaties in ongeveer dezelfde periode en hebben loofboomgewijs wel een andere voorkeur, maar houden zich daar niet strikt aan. Een gele eenstaart wil ook wel eitjes afzetten op beuk, een beukeneenstaart ook wel op eik. Beide zijn geel, maar de beukeneenstaart heeft een ander vleugelvlekkenpatroon. De bruine is niet geel en houdt van berken en andere loofbomen in natte omstandigheden, een moerasbos bijvoorbeeld. De bruine lijkt weer sterk op de berkeneenstaart en deelt daar zijn waardboom de berk mee.

Ach, het is al heel wat een vlinder te herkennen als eenstaart, laten we wel wezen. Al die eenstaarten zijn dood in oktober, maar hebben dan allang eitjes gelegd, de vrouwtjes althans. Uit die eitjes kropen rupsen en die verpoppen zich tijdig, om als pop de winter sluimerend door te komen.

(Natuurdagboek Trouw 17 juli 2013)

DELEN
Reacties zijn gesloten.