Springzaad
Bij de Middellandse Zee buk ik bij een lieveheersbeestje op het blad van een grote, kruipende plant. Het is een ongebruikelijk lieveheersbeest en ik wil een foto maken. Ik hurk, buig voorover, leun op de grond en ‘shpritsz!’ daar spuit een of ander beest een krachtige straal tegen me. Het spat tegen de lens en in mijn gezicht. Een reptiel? Er zitten holen onder de plant. Het dier zal nu wel in de grond zitten. Nog een poging en ‘pats’, alweer een spuit en hopla, nog één.
Het is de plant zelf! Er hangen groene, ei-vormige vruchten aan opgerichte stengels. De vruchten staan onder hoogspanning, ze zijn veel strakker gespannen dan een knoeperhard opgepompte fietsband. Als je ertegen stoot, breekt de vrucht af, terwijl zijn inhoud naar boven spuit. Dat schijnt niet zozeer bedoeld te zijn om vruchteneters te verjagen. Vruchten zijn meestal juist lokkertjes om het in de vrucht opgeslagen zaad aan de man te brengen. Zodat het zaad verspreid wordt. Ah, zaadverspreiding. Deze plant spuit zijn tientallen zaden gewoon weg, als kurken uit de champagnefles.
Het is een springkomkommer, verwant aan de komkommer, maar dan giftig. Springkomkommers smaken bitter, weten we dankzij de Bijbel, waarin profeet Elisa in tijden van hongersnood deze ‘dood in de pot’ eetbaar maakt. Armen vol ‘kolokwinten’ van de wilde kruipplanten sleept Elisa aan. Smullen!
Ik proef niet van het bittere gerecht. Ik veeg de smurrie van gezicht en camera en maak voorzichtig een foto van het lieveheersbeestje. Op internet zoek ik op welke soort het is. Het blijkt een heggeranklieveheersbeest te zijn, een soort die leeft op heggerank en verwante planten. Komkommer bijvoorbeeld.
Eén gedachte over “ Springzaad”
Toen ik rondleider was in de Hortus in Amsterdam, noemden we deze plant altijd klaarkomkommer….
Reacties zijn gesloten.