Smienten zijn de zondebok
Toen er 1500 smienten waren gevangen, werden er twee gevonden met het vogelgriepvirus. Bijna alle media meldden die ontdekking. Er werd gesproken en geschreven over wilde eenden en over smienten, terwijl wilde eenden een andere soort zijn dan smienten. Onze parkeenden horen tot de soort wilde eend. Smienten zijn een andere soort eenden en leven in het wild; het is ook moeilijk. Wat deed het ertoe, het was immers gelukt bewijs te vinden dat ‘wilde eenden’ de schuld hadden aan de vogelgriep op pluimveehouderijen? Eindelijk betrapt!
Als je lang genoeg zoekt, vind je altijd een zondebok.
Die smienten waren zelf niet ziek en hebben dat virus niet bedacht. Ze kregen het van andere vogels. Waar ingeteelde, doorgefokte soortgenoten met tienduizenden op elkaars snavel leven, is de kans op besmetting en ziekte groot. Die eenden en hoenders, hun voer en hun poep worden vervoerd. Hoeveel dettol en gasmaskers er ook aan te pas komen, er is altijd een risico dat wilde vogels besmet worden door ziekten uit de pluimveehouderij.
Maar nee, de smienten worden als ziekteverwekker aangewezen. Smienten broeden in Scandinavië en Rusland. Ze overwinteren in West- en Zuidwest-Europa. Als smienten de ziektebron zijn, zou je verwachten dat er in het hele overwinteringsgebied vogelgriep uitbreekt. Maar nee, de ziekte breekt alleen maar uit in vijf of zes pluimveehouderijen, waarvan vier in Nederland. Zouden virusdragende smienten vanuit Rusland allemaal linea recta naar Hollandse pluimveefokkerijen vliegen, om daar hun ziektekiemen precies boven een ventilatiepijpje uit te poepen? Wat een gewiekste rotzakken!
Op de radio hoorde ik over “miljoenen smienten” spreken. Miljoenen? De laatste tien jaar is het aantal in Nederland overwinterende smienten gedaald van 250 duizend tot minder dan 200 duizend.
(Natuurdagboek Trouw vrijdag 12 dec. 2014)