Slimme kauw
Afgelopen lente kreeg ik een brief van mevrouw Buijk die zich verwonderde over kauwtjes. Kauwtjes zijn kleine kraai-achtigen. Ze houden van elkaar gezelschap, vooral ’s nachts, als ze in grote groepen boomkruinen of kerktorens innemen. Sociale dieren hebben vaak vaardigheden die wij als sociaal dier hoog achten en intelligent noemen. Kraai-achtigen zijn misschien wel de slimste vogels. Ze krijgen ingewikkelde trucjes onder de knie, als ze er iets lekkers mee bemachtigen. Mevrouw Buijk zit graag in de tuin. Toen vorig jaar een kauw van het vogelhuisje voor haar naar de tafel naast haar vloog en meteen weer terugkeerde, wierp mevrouw Buijk een pinda op, die de vogel handig opving. Dat kunstje bleek voor herhaling vatbaar, de kauw wist van geen ophouden. Een tweede kauw beperkt zich tot een ‘opvliegertje boven het vogelhuisje en ook dat levert een in de lucht geworpen pinda op’.
Na een maandenlange winter bleken beide kauwtjes het trucje moeiteloos te hervatten. Mevrouw Buijk zelf trouwens ook, zodat ze er deze zomer waarschijnlijk weer een respectabele pindavoorraad doorheen zal jagen. Want, zoals ze zelf opmerkt: zij heeft niet de vogels, maar de vogels hebben haar geconditioneerd.
Nog drie lezers schreven over kauwen. Ans Hagenbeek zag een jonge kauw vliegles krijgen. Als een echte puber negeerde hij zijn ouders die het fladderen voordeden. Twee andere lezers hadden zwart-witte kauwen gezien. De volgende meldde een zwart-witte merel. Dat zwart-witte komt bij beide zwarte vogelsoorten vrij vaak voor, al beperkt het wit zich doorgaans tot enkele veren. Het heet leucisme. Bij albinisme is er geen pigment. Bij leucisme is er wel pigment, maar kan het niet de hele huid of alle veren bereiken.