Roofvogels te veld en te boek
Op de terugweg uit Oost-Groningen reden we een smalle landweg in tot het in een enorme tarwe-akker doodlopende eind. We waren op vogelexcursie geweest en hoewel het begin juni was en de trek voorbij, hadden we verrassend veel gezien. Vooral roofvogels, zoals boomvalk, grauwe kiekendief, rode wouw.
Maar daar kon nog best wat bij. In de verte kwam een forse roofvogel aanwieken over de tarwe. Aanwiekende forse roofvogels zijn meestal buizerds, maar ik had meteen de indruk dat het geen buizerd was. Ik sprong uit de auto, keek door de kijker en zag een vogel die me aan een arend deed denken. Robuuster dan een buizerd, kleiner dan een zeearend en met een veel bescheidener snavel. Misschien een schreeuwarend, of anders een bastaardarend. keizerarend of steppe-arend? Allemaal zeldzaam, maar schreeuwarenden dwalen soms nog wel eens af uit Noordoost-Duitsland, waar ze in kleine aantallen broeden.
De arend kwam snel dichterbij en ik richtte mijn camera en zoomde in, en klikte een paar keer toen de vogel passeerde. Thuis kon ik de foto’s vergelijken met plaatjes op internet en met een paar uitstekende roofvogelgidsen, zoals die van Lars Gejl uit 2019. Daar staan van alle Europese roofvogels vele foto’s in, in allerlei houdingen. De onderscheidende kenmerken worden beschreven en daarmee kwam ik op een bijna volwassen schreeuwarend. Enkele vogelvrienden van me die beter zijn in vogeldeterminatie bevestigden mijn vermoeden.
Die roofvogelgidsen zijn geweldig voor een vogelaar die niet alle details uit zijn hoofd kent. Een vogelaar als ik dus. Soms sleep ik zo’n boek mee, maar het weegt wel wat. Daarom ben ik blij dat uitgeverij Noordboek Roofvogels en uilen van Europa heeft uitgebracht, een nieuwe en zeer compacte gids van Gejl, waar nog uilen instaan ook (€17,90). Verspreidingskaartjes ontbreken, die moet ik alsnog thuis opzoeken, maar om mee te nemen is dit een verrekte handig boekje.
(Natuurdagboek Trouw donderdag 2 december ’21)