Roerloos tipje

Oranjetipjes zijn taaie rakkers! Het is warmer nu, maar het was koud, en ze wachtten stil af. Als ze hadden gevlogen en warm waren geworden, had hen dat energie gekost. Tegen die temperatuur viel geen nectar op te drinken. De bloemen gaven misschien ook niet veel nectar, omdat het deze lente wekenlang droog was en de planten zuinig zijn op vocht.
Insecticiden, onkruidverdelgers, verwoesting van leefgebied, droogte, warmte en kou; geen wonder dat uit het ene na het andere onderzoek blijkt dat de insecten verdwijnen. Het is nochtans knap dat het mensen lukt om die gigantische diergroep klein te krijgen! Alleen met flexibele wezens als kakkerlakken en papiervisjes wil het nog niet lukken. Ook oranjetipjes houden het vol.
Ze hebben de droogte van vorig jaar doorstaan, eerst misschien nog even als rups, later als pop. De rupsen kruipen doorgaans rond van midden mei tot half juni, waarschijnlijk werd de droogte pas later nijpend. Toen zaten ze al als pop in lommerrijke bosjes. Om in april tegelijk met de pinksterbloemen en hun verwanten als vlinder te verschijnen.
Die vlinders zetten eitjes af op pinksterbloemen en hun verwanten. Dat eitjes leggen is een taak van het vrouwtje. Het vrouwtje heeft net als het mannetje achtervleugels die aan de onderkant groenig gemarmerd zijn. Haar voorvleugels missen de oranje tipjes van de mannen.
In mijn beschutte grasveldje bloeien pinksterbloemen vlakbij een bosrandje en dat is een ideale plek voor oranjetip-eitjes. De pinksterbloemen blijven dankzij de kou lang intact. Ik betrapte een oranjetipje op een pinksterbloem. Ze bewoog nauwelijks, en de volgende dag zat ze er nog en drie dagen later ook. Hopelijk heeft ze intussen eitjes gelegd.
Oranjetiprupsen eten het liefst de bloemen en de zaden, pas als die op zijn beginnen ze aan de stengel. Ik zeker tot juli niet maaien, om ze alle kans te geven zich vol te vreten en de bomen in te kruipen.
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 14 mei ’19)