Rode takken in de winter

´Dat is geen jeneverbes, dat is taxus´, zegt Dirk Slagter, ´die heeft groene takken.´ We wandelen door Haarlem. Biologieleraar en plantenkenner Slagter schreef en tekende een boekje om in de winter bomen, struiken en houtige klimplanten mee te determineren. Er stond vorige week een recensie van in Trouw.
Over groene takken gesproken. ´Veel loofbomen staan te boek alsof ze groene takken hebben´, vertelt hij, ´terwijl die aan de zonzijde vaak rossig zijn, je zou ze blozend kunnen noemen.´ Als voorbeeld grijpt hij een tak van een wilde kardinaalsmuts, die inderdaad rood uitgeslagen is. ´Dat staat in geen enkel ander boek. Zo vond ik meer opvallende kenmerken, waarmee je 110 soorten algemene bomen en struiken gegarandeerd op naam kunt brengen.´
Het gebruik van determinatietabellen voor bijvoorbeeld knoppen is lastig, en alleen nodig voor sterk gelijkende soorten. Slagter zocht meer voor de hand liggende aanknopingspunten. ´Je kunt een beuk wel aan zijn knoppen herkennen, maar het bruine blad van een jonge beuk is ´s winters een veel zichtbaarder kenmerk.´
We komen bij een boom met rode eindtakken. Ik blader naar de bladzijde ´rode takken´ en heb de keus tussen twee soorten kornoelje met rode takken en de linde met alleen rode eindtakken. Linde dus. Slagter knikt tevreden.
Knoppen zijn belangrijke kenmerken. Zo heeft robinia zijn knoppen onzichtbaar in de tak verstopt, terwijl gele kornoelje ze op steeltjes zet. Iep is weer herkenbaar aan zijn twijgen die in visgraatmorief groeien. Zo zijn de soorten via allerlei kenmerken op te zoeken. Tot geur aan toe. Slagter laat me een fijngewreven knop van een krentenboompje ruiken. Ik herken de geur, maar wat is het ook alweer? ‘Amandel’, zegt de biologieleraar grijnzend.
Winterflora bomen en struiken, www.natuurmedia.nl, €14,50