Weinig insecten worden zoveel gefotografeerd en opgestuurd naar determinatiesites en naar ondergetekende als de stadsreus. Mensen vragen meestal wat voor wesp of bij het is, en doen vaak een bezorgde suggestie: hoornaar? Aziatische hoornaar?

Mensen zijn gek op griezelbeestjes, zolang ze maar niet echt gevaarlijk zijn. Welnu, de stadsreus, ook wel genoemd hoornaarzweefvlieg, is volstrekt ongevaarlijk en kan zonder enige kans op beten of steken op een mens plaatsnemen. Niet dat een stadsreus dat gauw zal doen, hij of zij heeft er geen enkele baat bij, integendeel, dikke kans dat ie voor wesp of hoornaar wordt uitgemaakt en een dodelijke oplawaai krijgt.

Een stadsreus of hoornaarzweefvlieg is een vlieg, met een op een hoornaar lijkend kleuren- en strepenpatroon. Dat is om vogels af te schrikken, niet om opgerolde kranten te lokken. Hij is de grootste van de familie der reuzen, en is daarmee ’s lands grootste zweefvlieg.

Stadsreuzen vliegen, of zweven van mei tot oktober, met een duidelijke piek in juli en augustus. Ze houden wel van een lekker zonnetje en volgens mij nemen ze dankzij de warmere zomers toe. Ze zijn heel algemeen en bezoeken graag nectarrijke bloemen in parken en tuinen – ze zijn niet bang voor de bebouwde kom, zoals hun naam al verklapt. Op een bloem van bijvoorbeeld de vlinderstruik kan zo’n beestje geconcentreerd van de nectar zitten smullen en alles om zich heen vergeten. Vertrouwend op zijn uiterlijk hoeft ie afgezien van die krant ook weinig te vrezen. De kans dat een stadsreus op de foto wordt gezet is dan ook groot.

Deze insecten foppen met hun wespachtige uiterlijk niet alleen vogels en Trouwlezers, maar ook echte wespen. Stadsreuslarven leven namelijk in een wespennest! Daar eten ze etensresten, dode wespenlarven en vast ook levende. De wespen laten hen met rust. De zweefvlieglarven overwinteren in het nest dat de wespen in de herfst verlaten.

(Natuurdagboek Trouw maandag 10 augustus ’20)