Reus met witte schermen

Een vroegere vriend van me had zwart gekampeerd in Frankrijk. Laat in de nacht ging hij plassen, liep terug naar de tent en zag een vent staan. Hij schrok zich lam, bleef versteend staan en durfde zich niet te verroeren. De man bewoog evenmin. Langzaam werd het licht en veranderde de man in een bereklauw. Vriend bleef versteend, maar dan van kou.
Eens was ik op bezoek bij mensen met een bereklauw in hun voortuin. Ze vonden het wel een interessant verschijnsel, zo’n snelgroeiende reus. Het was geen gewone bereklauw, maar een reuzenbereklauw. De gewone kan ook groot worden, maar niet zo enorm als zijn exotische neef. De gewone komt sinds mensenheugenis voor in Europa, de reuzenbereklauw is in de negentiende eeuw als tuinplant uit Zuidoost-Azië gehaald.
De plant bij die kennissen groeide door en bloeide met witte schermen. Vanuit de woonkamer zag je alleen de dikke stengel en bladeren. Voor de bloemen moest je naar de eerste verdieping. Jaren later waren de bewoners nog steeds elke zomer bezig de nieuwe reuzenbereklauwtjes uit te steken. Zoals veel schermbloemen verspreiden reuzenbereklauwen zich gretig. Ze houden van voedselrijke, omgewoelde grond. In tuinaarde waarin geschoffeld, gespit of gewied wordt, doen de planten het uitstekend.
Tegenwoordig weet iedereen dat je ze met handschoenen moet aanpakken, omdat reuzenbereklauwsap gemene blaren kan trekken, vooral in de zon. Schapen hebben er geen last van en knabbelen de planten weg. Maar niet iedereen beschikt in de tuin over schapen.
Vanuit de trein of auto kun je nu de reuzenbereklauwen op ruige bermen en hoekjes zien. Oogstrelend, die brede paraplu’s op hun enorme stengels met gevingerde rabarberbladeren. Wit of uitgebloeid – allebei mooi.