Rare kapsels in het mos
Het grasveldje in mijn tuin bevat nogal wat mos. Ik heb nog liever bloemen, maar verder begrijp ik niet goed wat mensen tegen mos hebben. Slechts weinig is zo mooi als zonlicht dat over het mos strijkt, zeker als dat mos bloeit. Mos vind ik mooier dan gras. Mos is wel minder geschikt om op te liggen, hoe zacht ook, want het is vochtig. Mijn tuin is lommerrijk en daardoor vochtig, wat het mos in de kaart speelt.
Ik haal hier en daar een pluk mos weg, om er bloemen te zaaien. Mos laat zich gemakkelijk weghalen, met een hark of met een hand. Dat zelfs voor zo’n simpel klusje chemicaliën worden gebruikt, vind ik diep bedroevend.
Met de hand mos verwijderen dwingt de tuinier, mij dus, te bukken en daardoor kom ik dichterbij het mos en zie ik dingen die me anders niet waren opgevallen. Ik zie een jonge oorwurm wegvluchten, ik zie een heersbeestje dat zich roerloos houdt, ik zie een ooievaarsbek ontkiemen, ik zie een piepklein geel sporenkapseltje op een steeltje.
Mos verspreidt zich met sporen. Hoe de sporenkapsels eruitzien, verschilt van soort tot soort. Ik neem een foto en zoek in een mossenboek, maar kan hem niet vinden. Twee millimeter breed, met een geel puntmutsje. Gezien de grappige namen van mossen, zou deze het geel puntmutsjesmos kunnen heten, maar dat bestaat niet.
De foto-herkenningssite op waarneming.nl maakt er een mini-paddestoeltje van. Ik wil een betere foto en scharrel door het mos. Het vereist even zoeken, maar dan vind ik er een. En nog een en nog een. Als ik ze aanraak, vallen ze om, ze lijken los op hun stengeltje te staan. Vreemd. Dit keer maakt waarneming.nl er speenkruid van. Haha, ik maak wat mee.
Ik zet hem op een determinatieforum van facebook en daar schudt Luc Verhelst me wakker. Het zijn, zegt hij, de onbevruchte bloempjes van klimop. Ik lach hardop, echt een paradigmaverschuiving, dit! Natuurlijk, klimop, uit de boom en in het mos gewaaid.
(Natuurdagboek Trouw maandag 16 december ’19)