Pokkenkreeften
Over de krab die hier maandag te zien was, kreeg ik vragen. Het dier leed namelijk niet alleen onder afgeknipte zwempoten, maar voerde op zijn schild ook twee enorme pukkels mee. Wat of dat waren?
Dat waren zeepokken. Zeepokken leven in een schelp-achtig kratertje van kalk dat aan harde ondergrond gehecht is. Rotsen en meerpalen zitten soms onder de zeepokken. Op scheepsrompen werden het er zoveel, dat ze de stroomlijning verstoorden waardoor scheepsmotoren meer stookolie verbruikten. Tegen zeepokken werden schepen daarom ingesmeerd met tribultyn, dat de zee dermate vergiftigde dat wulken en purperslakken dreigden uit te sterven. Ik geloof dat het gif intussen minder gebruikt wordt.
Zeepokken dus. Onder water graaien ze ronddrijvend voedsel naar binnen met hun grijparmpjes. Daarmee zwaaien ze uit het kalkkratertje. Zeepokken komen vooral voor in de getijdezone, die met eb droog valt. De diertjes hebben geen bezwaar tegen droogvallen, zolang het maar tijdelijk is. Dan sluiten ze hun krater gewoon, door twee klepjes tegen elkaar aan te schuiven.
Zeepokken zijn dus diertjes en hoewel ze als anemonen op iets hards groeien, zijn het geen poliepen, maar kreeftachtigen. Net als de gefotografeerde zwemkrab waarop ze zitten. Het kon wel eens een lucratieve woonplaats voor ze zijn, dat krabbeschild. Want een krab woelt met zijn scharen allerlei voedsel richting zijn mond. Daarbij morst hij nogal wat kruimels die door het water omhoog wervelen, waar de zeepokken er van meeëten. Dat zeepokken op heremietkreeften bij de dis van hun gastheer aanschuiven, is aangetoond, dus het zou bij een zwemkrab ook zo kunnen zijn.
Of de krab het gewicht op zijn rug voelt? Ik denk het niet, behalve misschien tijdens het zwemmen of rennen over de zeebodem.
(Natuurdagboek Trouw donderdag 30 okt. 2014)