Overwiekende kolos

Overwiekende kolos

Zeearend. Foto Koos Dijksterhuis
Zeearend. Foto Koos Dijksterhuis

Soms laat ik mensen een natuurgebied zien. Als ik vertel dat er zeearenden voorkomen, spitsen die mensen hun oren. Als we dan echt een zeearend zien, vindt men de excursie geslaagd, ook als we verder weinig meemaken.

Zeearenden zijn zeldzaam maar worden steeds talrijker; vorig jaar huisvestte Nederland dertig paartjes, ofwel zestig vogels. Daar komen vrijgezelle jongen bij en – zeker nu in de trektijd – buitenlandse bezoekers. De vogels zijn met een spanwijdte van meer dan twee meter heel groot, en ze zijn niet bijster schuw. En toch moet je ze maar net ontdekken. Ik zie ze vaak, maar meestal van een grote afstand. Ze luieren dan in bijvoorbeeld een grote wilg die in een natte omgeving staat. Dan hebben ze wellicht ’s morgens een karper, meerkoet of jonge gans gegrepen en zitten ze uit te buiken, wat ze uren kunnen volhouden.

En als ze op de wieken gaan, maken ze vaak gebruik van warme, opstijgende lucht. Het in de lucht houden van zo’n groot lijf zou anders zwaar werk zijn. Ze hoeven hun enorme vleugels maar te spreiden of thermiek duwt hen omhoog. Cirkelend winnen ze verrassend snel hoogte. Ik zie ze vaak heel hoog als een streepje. Een streepje met een kenmerkende vorm: korte staart en lange, vrij brede en enigszins ronde vleugels.

Veel leuker is het om ze van dichtbij te zien, en soms heb je die mazzel. Zelfs de hoogste hoogvlieger moet laag beginnen en als zo’n kolos dan overwiekt kun je zijn (m/v) lichtbruine kop met massieve gele snavel en felle ogen duidelijk zien, evenals zijn korte, witte, wigvormige staart en het ingeklapte landingsgestel van zijn gele poten. Dat betreft volwassen vogels van vijf jaar of ouder. Jonge zeearenden zijn wel groot, maar hebben nog geen lichte kop en witte staart. Die zijn bruin.

Er vloog eens een zeearend laag over mijn tuin. Uit zenderonderzoek blijkt dat de vogels steden mijden en deze volgde kennelijk de stadsrand, waar ik woon.

(Natuurdagboek Trouw maandag 8 mei ’23)

DELEN
Reacties zijn gesloten.