
Veel oranjegele vlinders fladderen over velden, langs bosranden en boven bermen. Gele en oranje luzernevlinders zie ik meer dan ik me van eerdere zomers herinner. Maar ik struinde dan ook een tijdje door de Vogezen en luzernevlinders zijn zuiderlingen. Voor Nederlandse begrippen dan.
Gele en vooral oranje luzernevlinders zwerven iedere zomer ons land binnen en worden tot op de Waddeneilanden gezien. In het zuiden des lands duiken ze natuurlijk het meest op, zowel de oranje als de schaarsere gele. Die is geel met zwarte vleugelranden. De oranje luzernevlinder is dat ook, maar dan iets oranjegeler dan het eigele van de gele luzernevlinder. De gele kunnen soms een beetje groenig zijn. De oranje luzernevlinder heeft bovendien bredere zwarte vleugelranden dan de gele. Tussen de luzernevlinders die ik in Frankrijk zag, zouden zuidelijke luzernevlinders gefladderd kunnen hebben, weer een andere soort.
Ik mag ze dan vooral in Frankrijk hebben gezien, ook in Nederland duiken de laatste weken veel meer luzernevlinders op dan anders. Het was er ook mediterraan warm. Maar de oorzaak van de huidige luzernevlinder-invasie is juist het vrij koele en vochtige voorjaar, waardoor Zuid-Europa lang groen bleef en het de luzernevlinders voor de wind ging. De vlinders overwinteren daar, sommige althans, en in de zomer breiden ze zich uit in aantal en terrein. Steeds noordelijker komen ze en nu zijn ze bij ons aangeland.
Luzernevlinders hebben een sterke voorkeur voor luzerne, klavers, wikke, lupine, lathyrus en andere vlinder(!)bloemigen. Luzerne is een klaver-achtig gewas dat in Nederland als veevoer wordt gebruikt. De vlinders leggen er hun eitjes op. Maar de luzernevlinders die Nederland aandoen zijn trekkers die overal kunnen opduiken, zeker niet alleen op luzerne-akkers en klavervelden.
(Natuurdagboek Trouw 16 aug. 2013)