Oneetbaar lamsoor
Op de jonge kwelders van Schiermonnikoog bloeit in de nazomer het lamsoor. Lamsoor is een beschermde plant, al komt ie hier en daar massaal voor. Op jonge kwelders dus, die paars kunnen kleuren als heidevelden of lavendelakkers. Schitterend. Langs de hele waddenkust kan lamsoor gevonden worden, het meest op de Waddeneilanden en in de Delta.
De omgeving waarin lamsoor groeit is meestal zout. Lamsoor filtert het zeezout niet uit het opgeslurpte water, maar perst het na een goede dronk weer naar buiten via kliertjes onder de bladeren. Er kunnen een paar duizend van die klieren op één blad zitten, en als je onder het blad tegen de zon in gluurt, zie je soms het zout schitteren. De groeiplaats mag weer niet zo zout zijn als bijvoorbeeld van zeekraal, dat het verdraagt om ieder etmaal twee keer een vloed over zich heen te krijgen. Lamsoor groeit net boven de vloedlijn, in het gebied dat om de twee weken één of enkele keren overstroomt, met springvloed.
Lamsoorbladeren hebben de vorm van een lamsoor, niet te verwarren met een oorlam, en zijn dik en taai als van een vetplant. Lamsoor smaakt de meeste mensen dan ook niet. Dat de Zeeuwen zeeaster als lamsoor op de markt brengen, is een regionale vergissing die landelijk verwarring zaait, zo merk ik uit reacties op eerdere verhalen over Schiermonnikoog.
De paarse of lila bloemen van lamsoor groeien in schermen, maar de plant hoort niet bij de schermbloemen. Het is een strandkruid, een plantenfamilie waar ook Engels gras lid van is. Lamsoorbloemen hebben zowel vrouwelijke als mannelijke geslachtsdelen, wat praktisch kan zijn voor de voortplanting – beide seksen zijn altijd present. De zaadjes van lamsoor zijn trouwens niet bijster kiemkrachtig en meer dan via zaad vermeerdert de plant zich via wegdrijvende stekjes.
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 21 aug. 2018)