Oersoep eten

Vriendin heeft verstand van voeding en gezondheid en promoot het voedsel van onze prehistorische voorouders. Eerst dacht ik: zeker weer zo’n sectarisch vastklampen aan een dieet dat neerkomt op discipline en afzien, gedurende een paar maanden, waarna je het opgeeft.
Ik zag vriendin al barrevoets in berevel achter de Heckrunderen van de Oostvaardersplassen aan hollen. Zou ik ‘s winters bij haar kruipen in het hol? Waar zou je een hol vinden, afgezien van duizenden leegstaande kantoren?
Maar zij hemelde de oertijd niet op als het nirvana. Als je tien- of honderdduizend jaar geleden een been brak of malaria kreeg, overleefde je dat waarschijnlijk niet. Er was geen gezondheidszorg, geen kleding, geen huis, geen zeep. Maar wie de dans van botbreuken en infecties ontsprong en niet door een beer verscheurd werd, was fit en gezond en kon oud worden. Welvaartsziekten als verkleefde levers, dikke buiken en diabetes type 2 had niemand.
Reden voor voedingsangehauchte lieden als vriendin het oerdieet te onderzoeken. Ze gaf er een lezing over in kasteel Groeneveld in Baarn. Oermensen, zei ze, hadden geen hagelslag, knijpyoghurt of smeerkaas. Er waren geen bewerkte producten, geen zuivel, geen pasta en de mensen aten nauwelijks granen. Oermensen aten vlees, vis, planten, wortels, knollen, vruchten, noten en in de broedtijd eieren. Veel vezels, veel eiwitten, veel vitaminen. Met een team collega’s heeft ze 17 mensen twee weken aan de oerdis gezet en 17 anderen op een dieet volgens de officiële richtlijn. De schijf van vijf dus, met zuivel en granen.
De oerdissers gingen gezondheidsgewijs binnen twee weken al meetbaar vooruit, de schijf-van-vijvers niet. Ik ga ook eens oerdis proberen. Maar eerst nog een boterham met kaas.
( Natuurdagboek Trouw 22 feb. 2013 )