Natuur in de verkoop
Voor en vooral sinds de draconische bezuiniging op het toch al marginale bedrag dat wij met ons allen voor natuurbescherming over hebben, benadrukken natuurbeschermers dat de natuur geen geld kost, maar juist oplevert. Indirect aan CO2-opname, drinkwaterleveranties, frisse lucht. Direct aan hout en vooral aan recreatie en horeca. De meeste Nederlander recreëren nou eenmaal liever aan een bosrand met uitzicht op een heide dan op een bedrijventerrein tussen golfplaten loodsen. Juist. In de pannekoekenhuizen, bungalow- en vakantieparken worden miljoenen besteed. Van de toeristenbelasting, grotendeels te danken aan de natuur, wordt geen cent aan natuur besteed.
Natuur als goudmijn, dat heeft de politiek opgepikt hoor. Staatsbosbeheer moet z’n eigen broek maar ophouden. Geen probleem toch, als natuur geld oplevert? Staatsbosbeheer kan nog meer natuurgebieden veilen, en in wat er overblijft aan Staatsbos meer nadruk leggen op houtproductie dan op natuurbeheer. De oudste bossen leveren de grootste en duurste planken. Eikenhout!
Geld verdienen aan natuur is niets nieuws.Sterker nog, verdienen aan natuur is het oudste beroep ter wereld. Vroeger noemden we geld verdienen aan natuur landbouw, visserij of mijnbouw. Dat was zo lucratief, dat de natuur eraan onderdoor ging. De natuur moest tegen haar eigen winstgevendheid beschermd worden. Want zo zijn mensen: alles moet zo snel mogelijk te gelde gemaakt worden, anders doet een ander het misschien. Dus al heb je twee mercedessen, er moet een derde bij, ook al maak je de koek daardoor op. Van goed rentmeesterschap over het natuurlijk kapitaal is zelden sprake geweest. Maar het kan altijd nog erger.
Natuur in de uitverkoop. En wat er overblijft wordt honden-uitlaat-natuur. Waar we met ons allen recreëren, opladen, bijtanken, uitwaaien, ons hoofd leegmaken.
(Natuurdagboek Trouw 2 aug. 2013)