Natuur-aanbidding
Er was een tijd dat ik geestkracht vermoedde in de natuur. Alsof er etherische en astrale krachten rondwaarden. Aan natuur-aanbidding ben ik nooit toegekomen. Voor new age in de mode raakte, was ik bevrijd van de spirituele consumptiemaatschappij.
Rond Halloween bezoeken we de vesting Bourtange, in Oost-Groningen. Er staan honderden auto’s geparkeerd, de toegangswegen worden versperd door als heks verklede vrouwen die geld eisen. Er blijkt een ‘magische markt’ te zijn en ook al beloven we die te mijden, we moeten entree betalen.
Ik heb het niet zo op magie, al heeft Wicca me wel geïntrigeerd. Wicca is een heidense natuurreligie van nieuwe heksen. Sinds ik een zeventiende-eeuws kruidenboek doorbladerde, heb ik een zwak voor de verguisde natuuraanbidsters. Maar wie niet, wie sympathiseert niet met de besjes die verbrand of verdronken werden door een joelende meute? Sympathie met nieuwe heksen is andere koek. Die zouden bij volle maan naakt door het bos dansen. Zedeloos, bandeloos, goddeloos.
Dat leek me onzin en voor een reportage in Trouw papte ik aan met twee heksen die me in hun heksenkring introduceerden. Met Halloween toog ik naar een heksensabbat, een viering. Ik vind Halloween maar een suf aftreksel van Sint Maarten (vandaag is die dag dat ons lichtje branden mag), maar voor wicca’s is het één van de belangrijkste sabbats: Samhain, heksennieuwjaar.
Van bandeloosheid bleek bij de heksen après-la-lettre geen sprake, zelfs de volle maan bleef ongemoeid. Er waren kraampjes met new-age-prullen, dromenvangers enzo. Je kon een workshop doen: pompoenen uithollen. Ook de magische markt in Bourtange is van het kaliber pompoenen, puntmutsen en dromenvangers, bier en zweefmuziek. Natuur-aanbidding is mooi, maar je moet er wat bij drinken.