Metselbij

Er stuntelt een bijtje door de kamer. Een rosse metselbij zeker? Ja, een rosse metselbij. Vorig jaar vlogen en kropen er ineens rosse metselbijen in huis, de meeste dood of stervend voor het raam. De levende zette ik buiten. Zelf zat ik ook graag buiten, het was een zonnige lente. Ik had een tafeltje buiten gezet, een kindertafeltje van Ikea. De (ecologisch verantwoorde) verf bladderde eraf. Algauw zoemden de metselbijen om dat tafeltje. Metselbijen steken niet, maar als ze de hele tijd om je heen zoemen, zijn ze vervelend. Ze zoeken holletjes en bleken die onder het tafeltje te hebben ontdekt. Twaalf schroeven verbonden het tafelblad aan het onderstel. De schroeven zaten in verdiepte holten. Weldra waren alle holten dichtgemetseld en verdwenen de bijen. Dood, waarschijnlijk. Nu had ik een tafeltje met twaalf bijennestjes. Ik zette het in de schuur. In de herfst verhuisde ik. Het tafeltje verhuisde mee, werd nachtkastje van mijn dochter, tot zij van Sinterklaas een beter nachtkastje kreeg. Het tafeltje kreeg een herkansing. Ik zaagde een stukje van de poten en schilderde het. Sindsdien stond het in de woonkamer, en al die tijd bevatte het twaalf bijennestjes. Ik dacht: in de verwarmde kamer zullen ze vast verdrogen. Maar metselbijen verstaan hun ambacht. Er stuntelt dus een bijtje door de kamer. Ik draai het tafeltje om en zie dat twee nestjes open zijn. Gauw het tafeltje naar buiten. Ik zet het bijtje bij een holletje en het kruipt naar binnen. Een metselnest bevatt meerdere broedcellen, maar er passen geen meerdere bijen in zo’n nestje. Ze komen vast vroeger uit, vanwege de warmte in de kamer. Hopelijk redden ze het buiten.