Mees aan de kersenlikeur
We zaten in de tuin en geliefde vroeg zich af wat die mees in de kersenbloesem deed. Ik herinnerde me de brief van een lezer waarin ze vertelde dat ze in haar tuin mussen bloemblaadjes had zien eten. Ze vroeg waarom. Tja, naar de beweegredenen van vogels valt wel te gissen, maar zeker weten we het niet. Op internet is te vinden dat er vitaminen in bloemen zitten. Daarom zouden merels ook gele krokussen eten. Zelf lijkt het me sterk dat vogels op de hoogte zijn van het bestaan van vitaminen, al is ook dat giswerk. Het zou best kunnen dat bloemen nuttige ingrediënten bevatten, maar ik denk dat mussen die bloemblaadjes gewoon lekker vinden, of sommige mussen dan toch.
“Volgens mij drinkt die mees de nectar eruit”, onderbreekt geliefde mijn gemijmer. “Hij zet de bloemen klem met zijn pootje en pikt erin. Kijk, daar liggen twee gevallen bloempjes.” Ze raapt ze op en wijst naar een kogelgaatje in elke bloemsteel. Hommels willen wel eens een slurp-gaatje bijten in een bloemkelk die te diep is voor hun tong. Zou deze koolmees hetzelfde doen? Het lijkt er wel op.
Mijn kersenboom is groot en bloesemt prachtig. Als er geen strenge nachtvorst meer komt, belooft het een kruin vol kersen te worden. Het zijn zure, wrange kersen, maar ik zou er met een boel suiker erbij best iets van kunnen maken. Toch laat ik ze aan de vogels. Duiven, merels, spreeuwen, lijsters, gaaien – ik zie allerlei vogels snoepen van de knoppen en de kersen. Meestal zijn de kersen al op voor ze rijp zijn, maar soms ligt de tuin vol gevallen vruchtjes. Daar eten jonge merels en spreeuwen dan van. En vast ook muizen. Ik vond eens een dode woelmuis op zolder met een paar kersenpitten om hem heen.
En koolmezen blijken dus als hommels kersennectar te lebberen. Ik vind nu dagelijks kersenbloempjes met een gaatje. Nectar, lekker zoet en sappig en misschien wel vitaminerijk ook. Maar dat die koolmees worst wezen.
(Natuurdagboek Trouw vrijdag 26 april ’19)