Leeuweriken bij paal 16

De weerlieden voorspellen: dagenlang wolkenloos. In deze krant staan de zonnetjes op een rij. Op naar Schiermonnikoog! Dagenlang bevestigen de weerlui het: Nederland wolkenloos. Heel Nederland? Nee, boven een klein eiland in het uiterste noorden houden de wolken heldhaftig stand. In de noordoostelijke zeebries is het snijdend koud. We fietsen en ploeteren ons door slijk en zand warm. Op weg naar de Balg zwermen sneeuwgorzen voor ons uit, de witte vleugels van de mannetjes lichten op. Er scharrelen sneeuwgorzen op kwelderslijk, langs de vloedlijn en op kale zandduintjes. Kennelijk is zelfs op kale zandduintjes wat te halen. Een kweldergraszaadje, een springstaart of ander insectje… De uitgebeende skeletten van zeekoet, aalscholver, scholekster, bergeend en haas getuigen hoe dodelijk het leven kan zijn. Bij paal 16 breekt de zon door. In de luwte van een duin is het lente. Onder de blauwe bres in de wolkenvlakte hangt een leeuwerik. Hij zingt en zingt, niets klinkt zo zonnig als een zingende veldleeuwerik. Verderop klimt een tweede leeuwerik de lucht in. Tot voor kort waren leeuweriken zeer algemene weidevogels, de laatste dertig jaar zijn ze weggevaagd. De overgeblevenen zijn verdreven naar een paar akkergebieden en naar natuurreservaten op kwelders, hei of hooiland. Wat is een lente zonder leeuwerik? Toch verdrijven we ze achteloos. We hebben handenvol belastinggeld over voor steriele weilanden met kunstmest in plaats van leeuweriken. Lenin vond dat ieder volk de regering krijgt die het verdient. Ik denk dat ieder volk het landschap krijgt dat het verdient. Gelukkig is de Balg er nog. De zon raakt weer overschaduwd, de wind blaast koud maar in de rug. We zoeven langs de waterlijn terug.
Eén gedachte over “ Leeuweriken bij paal 16”
leeuweriken doen ook mee aan het demonstreren tegen de aanleg van de a4 tussen delft en schiedam. al in februari zong een vogeltje prachtig boven het zandlichaam van de toekomstige snelweg. het is hun favoriete plek…
Reacties zijn gesloten.