Langpootvliegen

Slankpootvlieg Poecilobothrus nobilitatus, © K. Dijksterhuis

Een vlieg in huis krijgt al gauw te maken met een vliegenmepper of opgerolde krant. Zonder aanzien des persoons. Toch zijn er vliegen en vliegen. U kent vast de langpootmug, maar kent u de langpootvlieg? Alleen al in Nederland en België zijn 241 soorten  langpootvliegen gevonden. Die zitten dan in een val en worden onder een microscoop bekeken, want de soorten kunnen sterk op elkaar lijken.  Een vliegenval heet in Vlaanderen een malaiseval.

Langpootvliegen worden ook slankpootvliegen genoemd. Bij lange, slanke poten moet ik denken aan Godfried Bomans over Marlène Dietrich: ‘al had mijn vrouw maar één zo’n been’.
Mooi dat ze zijn, langpootvliegen! Vaak zijn ze groen, soms geel. En die lange poten natuurlijk. Voortaan niet meteen die krant oprollen. Het zijn roofvliegen, dus wie een hekel heeft aan vliegen en muggen, late die opruimen door langpootvliegen. Ze staan hoog op hun lange poten roerloos te loeren op voorbijvliegende prooien. Of storten zich op landende of lopende prooi, want bijster grage vliegers zijn ze niet. Dat maakt hen gemakkelijk te fotograferen en kwetsbaar voor de vliegenmepper.

Langpootvliegen zijn niet groot, een centimeter halen ze niet, veel soorten zijn veel kleiner. Die jagen op kleine insectjes, fruitvliegen bijvoorbeeld. De maden van langpootvliegen zijn nog hongeriger dan hun ouders. Ze leven onder boombast of in rot hout.

Op de foto ziet u Poecilobothrus nobilitatus, een voor langpootvliegen grote soort. Een algemene soort ook, die gemakkelijk te herkennen is aan de donkere vleugelvlekken en de witte vleugeluiteinden. De groene ogen en de koperen borst zijn fraai, maar ondanks hun beharing bevallen mij die half doorschijnende, slanke, lange poten toch het meest.

Langpootvliegen
DELEN