Kuikens onder de pannen
We drinken wat bij camping Rode Haan bij Warfhuizen. Daar heb ik weleens gekampeerd. Toen zweefden er bruine kiekendieven aan de overkant van het Reitdiep. Nu kijken we naar het pannendak van het restaurantje. Mussen en spreeuwen vliegen af en aan. Na een kwartier hebben we vier dakpannen gelokaliseerd waaronder steeds spreeuwen, en vier waaronder steeds mussen verdwijnen. Acht nesten, sommige vlakbij elkaar. De spreeuwen zwijgen, de mussen tjilpen. Een witte kwikstaart hipt over de nok. Boerenzwaluwen, huiszwaluwen en gierzwaluwen scheren over. Best kans dat die gierzwaluwen ook onder een Rode-Haanse dakpan broeden, maar we zien ze er niet onder glippen.
Als de jongen straks uitvliegen, worden ze nog een tijdje gevoerd. De jonge spreeuwen zijn komende zomer herkenbaar aan hun egale verenkleed. De jonge mussen zullen in groepjes rondsnorren, op kale plekjes een zandbad nemen, en gezellig tjilpen. Straatschoffies.
Op zo’n kleine, rommelige camping met terras zijn altijd wel kruimels te vinden. De bosjes, perken en bermen staan vol kruiden en onkruiden. Insecten, rupsen en wormen genoeg, waarmee de kuikens gevoerd worden. De planten zullen zaad vormen – voer voor de mussen.
In hun nesten zijn de kuikens nog onder de pannen. Eenmaal uitgevlogen kunnen ze te maken krijgen met katten, een bunzing, een sperwer. Sperwers zijn nu veel algemener dan in mijn kindertijd. Ze hebben zelfs het open land van Noordwest-Nederland gekoloniseerd. De jonge vogels zijn onervaren en een gemakkelijker prooi dan hun ouders. Geleidelijk aan verdwijnt een deel van hen. De winter heft ook tol, zodat er volgend voorjaar weer ongeveer evenveel volwassen vogels zijn. Anders zou het wel heel druk worden onder de dakpannen van Rode Haan.