Koninklijke keizersboom
‘Afgelopen zomer heb ik in Utrecht enorme planten waargenomen’, mailde Karin Fokken. ‘Ik heb ze nooit eerder gezien maar deze reuzen zijn in 1 zomer uit de grond geschoten.’ Er zaten twee foto’s bij van kleine bomen met enorme bladeren. Het leken wel houtige zonnebloemen. Ik had ze eerder gezien, maar welke soort was het ook alweer?
Gelukkig had ik net een nieuwe aanwinst van de natuurboeken-uitgeverij KNNV binnen: de Basisgids Bomen en struiken van Arie van den Bremer. Daarin staan geen ingewikkelde sleutels vol vaktermen, maar vooral veel foto’s. Het is een prettig boek voor iemand als ik, die bij de zoveelste heester vol bessen algauw denkt: geen meidoorn, vogelkers of lijsterbes, maar wat dan wel? Meelbes, appelbes? Ze staan allemaal in het boek, niet op familie gerangschikt maar ogenschijnlijk door elkaar, zodat ik gedwongen ben flink te bladeren. Dat is geen straf, want het is geen dikke pil, en het is een mooi boek waarin ik bladerend op ideeën kom: Oh ja, sporkehout, toch eens op letten.
Niet dat de boompjes op de gemailde foto’s bessen droegen. Het viel nog niet mee om die Utrechtse snelgroeiers in de basisgids te vinden, waar vooral de paarse bloemen en beige vruchten te zien waren. Het blad ook, maar niet zo in beeld gebracht, dat ik meteen dacht: wat een enorm blad, het lijken wel houtige zonnebloemen.
Maar ik vond hem wel: de Anna Paulownaboom, ook wel genoemd keizersboom, kan met enkele meters per jaar uit de grond schieten en een meter of twintig hoog worden. De paarse trompetbloemen bloeien in pluimen, in april, op de nog kale takken. Ze doen mij denken aan de jacarandaboom. Vanaf augustus tot in de herfst verschijnen de vruchten: eivormig, met een scherpe punt. De vruchten barsten open om hun zaden los te laten.
De boom is genoemd naar de Russische tsarendochter die als vrouw van Willem II koningin van Nederland was en die van de keizersboom hield.
(Natuurdagboek Trouw woensdag 2 september ’20)