Kievitsei
Het officiële record ligt op 4 maart 2008, maar buiten de instanties om vindt Norman Deans van Swelm het eerste kievitsei meestal nog eerder. Dit jaar vond hij het op 1 maart.
Kievitseieren zoeken is leuk. Je kunt ze van een afstandje zoeken, je hoeft de eieren niet mee te nemen, je hoeft de vogels niet te verstoren. Hoewel een vinder natuurlijk zekerheid wil en kijkt of er echt een ei ligt. Dat verstoort wel en wijst kraaien, katten, honden, reigers en vossen de weg.
Kieviten hielden het lang vol op het steeds efficiëntere platteland. Toen de grote ruilverkaveling begon: sloten dempen, percelen vergroten, glooiingen en pollen plat maken, ontwateren, wegmesten van alles behalve raaigras, toen verdwenen kemphaan en watersnip als weidevogels. Daarna zetten tureluur en grutto de teloorgang in en nu maken kievit en scholekster een vrije val. Sommige kieviten wijken uit naar akkers. Als die niet met plantenverdelgers zijn bespoten en er hier en daar een plukje gras groeit, kunnen akkers geschikt zijn voor kieviten (en scholeksters en veldleeuweriken).
Niettemin was er in 2009 nog niet de helft over van het aantal kieviten in 1996. Het doden en verstoren van zo’n bedreigde vogel is in Europa verboden. Alleen in Friesland mag je kievitseieren rapen. De wedstijd om het eerste ei is daar zo’n essentieel onderdeel van de volksaard, dat er bijna zesduizend eieren geraapt mogen worden. Er kan maar ei één het eerste zijn, maar nee, zesduizend. Het mag van de Raad van State, vanwege ‘de gunstige staat van de Friese broedpopulatie’.
Tegen de tijd dat het laatste kievitsei gevonden is, gaat dat deel van de Friese volksaard mee ten onder.