Kievitsbloem

Pinksterbloemen, smeerwortel, groot hoefblad, paardebloemen, hondsdraf, kievitsbloemen… van alles begint te bloeien. Zo algemeen als hondsdraf is, zo schaars zijn kievitsbloemen, vooral witte. Beppie de Rooy stuurde mij foto’s van een nieuwe vindplaats van kievitesbloemen, ergens in de regio Zwolle-Hattem, en even later een nog blijer bericht met een foto van een witte kievitsbloem.
Die zijn nog zeldzamer dan de gebruikelijke paarse. Buiten de regio Zwolle zijn die alleen bekend van een weiland bij Haren in Groningen, en dat is een restje van de witte vlakte die er ooit moet hebben gebloeid. Vorig jaar ben ik er wezen kijken. Er waren nog maar vier plantjes over met samen twaalf bloemen.
Kievitsbloemen groeien op extensief beweide weilanden die ’s winters wel eens onder water staan. De zaden drijven dan het veld op en blijven liggen als het water zakt. Als ze ontkiemen, kan het wel acht jaar duren voor de plant zelf zaad vormt. Een trage, fijnproevende plant dus. Voor trage fijnproevers is in ons land weinig plaats meer.
Sinds een jaar of twintig zijn kievitsbloemen populair in de tuin. Ze worden gekweekt en heten dan ineens kievitseitjes. Ik heb ze geplant in iedere tuin waar ik regelmatig verbleef. Het zou best kunnen dat ze uit tuinen zijn verwilderd. Ik weet niet of dat afkeurenswaardig of juist wenselijk is. Er zal vast een verschil tussen de gekweekte en de wilde kievitsbloem zijn. De gekweekte is ongetwijfeld minder fijnproevend en zal ook geen acht jaar wachten op zaadvorming.
Gisteren zag ik kievitsbloemen bij de bloemist. Het waren zowaar witte kievitsbloemen! Ik kocht er meteen twee. Ze zijn dan wel gekweekt, maar liever gekweekt dan niks.
(Natuurdagboek Trouw 10 april 2014)