Insecten niet meer te tellen

Insecten niet meer te tellen

Dennenprocessierups, © K. Dijksterhuis

Onderzoeksinstituut Alterra in Wageningen stopt met het inventariseren van insecten. Stel dat een nieuw soort processierups het land binnenmarcheert, dan staat Alterra niet meer op wacht. Na 65 jaar wordt de insectenstand niet meer bijgehouden. Het werkje is wegbezuinigd. Dat scheelt de overheid toch mooi 65 duizend euro per jaar. Voortaan moeten we afgaan op natuurliefhebbers die voor hun insectenwerkgroep een gebied inventariseren. Dat zijn vaak lieden die onvermoeibaar door het veld struinen met een netje, hun vangst onder de microscoop bestuderen en aan de hand van saaie tabellen de soort vaststellen. Ze krijgen er geen cent voor en kunnen dus niet wegbezuinigd worden. Gelukkig niet. Het is spijtig dat een zo lange reeks aan gegevens achteloos in de prullenbak geveegd wordt.

De insecten zelf zal het worst zijn. Integendeel; geen insect wil in de hand of onder een microscoop gedetermineerd worden. Dat laatste betekent een wisse dood.

In de natuur begint het weer te leven van de insecten. Boomblauwtjes, oranjetipjes en gehakkelde aurelia’s vliegen rond, allerlei kevers komen tot leven, huis- en strontvliegen, bijen, zandbijen, hommels. De ene na de andere insectenetende vogelsoort keert terug uit Afrika. De eerste zwartkopjes hebben Groningen bereikt, boompiepers, blauwborstjes en boerenzwaluwen zijn er ook al. Nu komen de vliegenvangers aan de beurt. De eerste koekoeken zijn beneden de grote rivieren druk aan het koekoeken, maar boven de rivieren zijn hun gelederen dun. In Groningen zwijgen ze nog. Koekoeken zijn er lang zoveel niet meer als weleer. Hun afname ging gepaard met de afname van grote rupsen en insecten. Voortaan zijn zulke verbanden lastiger te zien, nu de insectentellingen zijn afgeschaft.

DELEN
Reacties zijn gesloten.