IJsduiker gestrikt
Tussen de pieren van IJmuiden dobberde een ijsduiker. Dat is een zeldzame zeevogel uit IJsland of Groenland. De vogel zat vast in een visnet.
Aan onze kust staan enorme visnetten opgesteld; onderwatermuren waar behalve vissen ook dolfijnen, zeehonden en zeevogels in zwemmen. ‘Staand want’ worden die netten genoemd; zie het artikel daarover, vandaag in deze krant.
Sommige zeevogels jagen onder water achter vis aan, zoals futen, zeekoeten, aalscholvers en zeeduikers. Andere duiken schelpdieren op, zoals eidereenden en zeeëenden. Al die vogels kunnen in die netten verstrikt raken en verdrinken. De enigen die de dode vogels zien, zijn degenen die de netten binnenhalen. U zult er vast niet van wakker liggen, want wat je niet ziet, dat niet deert. Als de netten de oppervlakte raken, kunnen ook drijvende vogels de sjaak worden. Hun doodsstrijd kan lang duren. De ijsduiker in IJmuiden (foto) is bevrijd, nadat vogelaars de eigenaar van het net hadden ingelicht.
In Nederland duiken twee andere soorten zeeduikers vaker op: roodkeelduikers en parelduikers. IJsduikers zijn groter dan die twee, het zijn enorme vogels; zo groot als een aalscholver, op wie ze van een afstand lijken. In hun grijs-witte winterkleed lijken ze ook op een fuut, al zijn ze veel groter, maar van een afstand is hun omvang alleen in te schatten als er een fuut of aalscholver naast zwemt. Ze zijn ook herkenbaar aan hun stevige puntsnavel, hun dikke nek, platte kruin en steile voorhoofd. In vlucht steken hun grote zwempoten achter uit hun plompe lijf.
IJsduikers broeden in waterplassen op het land, maar brengen de rest van het jaar op zee door. Drijvend liggen ze vrij diep in het water, steken peddelend hun kop in zee en als ze vis zien, duiken ze erachteraan. Een vriend van me vertelde dat een ijsduiker meteen de diepte ingaat, terwijl een aalscholver met een sprongetje in een boogje onder water verdwijnt.
(Natuurdagboek Trouw woensdag 9 december ’20)