Hommeles
Na een onweersbui druipt het bos. De wolken trekken zich terug, er komt kobaltblauw tevoorschijn, de lucht is helder en schoon, de zon straalt erdoor en alles glinstert. Enorme naaktslakken kruipen over de paden, bruine en zwarte, met gestrekte lijven van twaalf centimeter. Insecten hebben geschuild en houden zich nog even gedeisd; in het bos regent het nog een hele tijd na. Maar de hommel lurkt reeds aan de bloem. Het is een natte hommel en hij zit er kleums bij. Dat geeft mij de kans op een foto. In warm weer zijn insecten meestal zo beweeglijk, dat je sneller dan je schaduw moet fotograferen, om ze er fatsoenlijk op te krijgen. Nu hoeft dat niet. De hommel is zwart met geel. Zou het een weidehommel zijn? Hommels zijn behoorlijk variabel van kleur. Wie in het boekje geel is, kan in het echt ook oranje zijn, beige of gebroken wit.
Ik hang een tijdje rond en fotografeer behalve hommels allerlei zweefvliegen, bijen, een sluipwesp en een vlinder. Die bijen, hommels en zweefvliegen… ze lijken op elkaar, ik heb alleen een beknopte veldgids bij me waarin alle insectengroepen staan. Op internet zoeken is geen doen. Kom, ik kies de luie weg: waarneming.nl. Weidehommel? Welnee, het is de gewone koekoekshommel.
Kan een koekoekshommel gewoon zijn? Ik vind die beesten nogal bijzonder. Ze leggen hun eitjes in andervrouws nest. Deze soort doet dat vooral in nesten van akkerhommels. Zoals koekoeksjongen worden gevoerd door bijvoorbeeld heggemussen, worden de koekoekshommellarven vertroeteld door de werksters van akkerhommels. Koekoekshommels hebben geen werksters, wel mannetjes en vrouwtjes. Eieren dumpen doet het vrouwtje. Op de foto staat het veel kleinere mannetje.
(Natuurdagboek Trouw 20 aug. 2013)