In maart bloeit klein hoefblad, zegt het plantenboek, maar als het weer meezit soms al in februari. Het weer zat niet bijster mee afgelopen februari, het bleef guur. De schrale noordoostenwind en bewolking hielden de zonnige hoefbloemen tegen. In februari zag ik er nog niet één. Maar het was nog geen maart, 1 maart dus, of ik zag het eerste bloemetje van klein hoefblad op openen. De knop barstte uit zijn voegen, het geel sprong in het oog. Was, zoals de krant voorspelde, de zon doorgebroken, dan had de bloem onbekommerd staan stralen, dat weet ik zeker. Temidden van het verdorde gras van vorig jaar zou het een lentebode van wat heb ik jou daar zijn geweest. Enfin, sneeuwklokjes, crocussen, winterakonieten en de eerste narcissen doen hun best. Ook zag ik al ereprijs bloeien.

Maar goed, het klein hoefblad begint. Maart is er de maand voor en nu – als de weervoorspellers van de krant zich tenminste niet vergissen – de temperatuur stijgt en de zon doorbreekt, zullen de hoefbladen weldra massaal bloeien. Klein hoefblad wordt vaak aangezien voor paardebloem. Ze lijken ook op paardebloemen, met die gele, zonnige straalbloemen. Maar klein hoefblad heeft niet zozeer een knoedeltje gele lintbloemen, maar een duidelijk hart met daaromheen een fijne krans van stralen. Hoefblad is bovendien lichter geel dan paardebloem, meestal kleiner en bloeit niet op een holle knaksteel uit een rozet van gekartelde paardeslabladeren. Klein hoefblad bloeit op een schubbige steel, zonder blad. Dat blad komt later pas, als de bloemen veranderd zijn in een pluizebol. Ook qua pluizebol lijkt hoefblad op paardebloem, maar zelfs het pluis is fijner. Enfin, bij twijfel zou ik voorlopig gokken op hoefblad.

( Natuurdagboek Trouw 5 maart 2013 )