Van de hoed en de rand
Paddestoelen worden ook schimmels genoemd. Het is altijd een beetje apart om een beschimmelde paddestoel te zien, een beschimmelde schimmel dus. Maar er zijn ook spinnen etende spinnen, insecten etende insecten, vogels etende(roof)vogels en zoogdieren etende (roof)dieren. Ook mensen eten andere zoogdieren. Kannibalisme is dat niet. Daarbij: ook paddestoelen moeten ergens aan dood gaan.
Een verdwijnende paddestoel gaat trouwens niet dood, maar blijft in de grond of in het materiaal waarop hij groeide in leven als een web van ragfijne draden. Schimmeldraden zo u wilt. Mycelium heet dat, ofwel de zwamvlok.
De paddestoel is de bovengrondse vrucht, de sporendrager. Paddestoelen zijn er in uiteenlopende vormen, formaten, kleuren en geuren. Ik vind het vaak prachtige verschijningen. Ook in verval zijn ze oogstrelend. Sterker nog: weinig is zo fotogeniek als een paddestoel in verval.
Op de foto ziet u een nevelzwam. Dat is een grote, grijze paddestoel die leeft in en van gevallen blad of dennennaalden. Nevelzwammen zijn er laat in de herfst en vroeg in de winter, als al het blad gevallen is. De laatste decennia zijn, met het ouder worden van ’s lands bossen, de nevelzwammen talrijker geworden.
Er stonden meer nevelzwammen in de buurt, deze paddestoelen vormen vaak een heksenkring. Een heksenkring ontstaat doordat de zwamvlok ondergronds naar alle kanten tegelijk uitdijt. Aan het einde van zijn myceliumdraden schieten paddestoelen uit de grond. De paddestoelen in een heksenkring zijn dus allemaal loten aan dezelfde zwam.
De zwam op de foto staat in een beukenbos, tussen gevallen beukenblad. Hij is oud en op z’n retour. Dat blijkt uit de gegolfde, enigszins omgekrulde rand om zijn hoed. Er is iets raars met deze paddestoel. Dwars door zijn hoed groeit een kleiner nevelzwammetje. Het lijkt of hij z’n kindje op zijn rug draagt.
(P.S: Het is vrijdag de 13e. Een goede dag voor een bezoek aan het dinsdag beschreven rariteitenkabinet op www.klaasnanninga.nl)
(Natuurdagboek Trouw vrijdag 13 jan. 2017)