Het tellen van hondskruid en andere planten
Vogels, zwijnen, reeën worden geteld, maar planten tellen spreekt minder vanzelf. Terwijl natuurbeheerders graag willen weten of ze vooruitgaan of achteruit. Daarbij kan een plotselinge aantalsverandering iets heel anders betekenen dan een geleidelijke. Als na hoge zeewaterstanden de oostelijke duinvalleien op Schier zeewater te verstouwen krijgen, kunnen het volgende seizoen allerlei soorten compleet ontbreken. Wanneer het in de vroege lente veel regent en sommige valleien blank staan, zijn weer andere soorten afwezig. Niet omdat ze doodgaan van zoet water, maar omdat ze verstikken of verrotten. Op Schiermonnikoog telt Wim Penning de bloemen. Dankzij hem is bekend dat bijvoorbeeld parnassia het ene jaar met duizenden groeit, en het volgende met tientallen.
En zo zijn overal plantenkenners op pad om planten te tellen. Eén van hen is Piet Bremer. Om meer mensen de kneepjes van het planten tellen bij te brengen, schreef hij met enkele andere tellers het boek Planten Tellen. Mooi uitgevoerd met harde kaft en kleurenfoto’s leggen de plantkundigen uit waarom en hoe je moet tellen. De vele voorbeelden maken het nog leesbaar ook. Zo bleek uit tellingen dat hondskruid in de duinen bij Wijk aan Zee van honderden exemplaren was ingezakt naar nagenoeg nul. Hondskruid is een orchidee, met bloemen in piramidevorm. De beheerders sloegen alarm. Een paar jaar later stonden er ineens weer honderden. Dankzij jarenlang tellen werd duidelijk dat zo’n wisseling van de wacht heel gewoon is. In droge tijden en bij grote aantallen konijnen bloeiden de orchideeën niet. Maar ze waren er wel. Met paddestoelen is het helemaal een komen en gaan. Ook die komen aan de orde.
Piet Bremer e.a. Planten tellen, over demografisch onderzoek, KNNV Uitgeverij, €19,95