Grutto!

Grutto!

Grutto, © J.A. Leideritz

Zondagmorgen 6 maart schijnt de zon over de polders ten westen van het Zuidlaardermeer. Dit gebied is vanouds één van de betere weidevogelgebieden. Er wordt nu natuur ontwikkeld. Er zijn graafmachines bezig, er liggen wegen van rijplaten, dijken van zwarte aarde, hier en daar ziet het er troosteloos uit. Maar verderop zijn de weilanden zompig. De zon glinstert in de plassen. Kieviten struinen erdoor, graspiepers piepen aan de rand van een sloot, een veldleeuwerik zingt hoog in de lucht. En ja, de eerste roep van een grutto! Aarzelend nog, maar toch. Twee grutto’s waden door een poel. Benieuwd wat ze hiermee van plan zijn. Het Groninger Landschap beheert fraaie landbouwgebieden. Maar meestal betekent natuurontwikkeling wat meer water, meer pitrus en bruine koeien met lang haar in plaats van bonte koeien. Ook mooi hoor, en stukken goedkoper en gemakkelijker dan weidevogelbeheer. Bovendien levert agrarisch natuurbeheer toch niks op, zoals vorige week weer te lezen viel in een opiniebrief van twee natuurbeheerders.

Ik had beweerd dat agrarisch natuurbeheer wel wat kon opleveren. Dat beweer ik nog steeds. Ik heb er zelfs een heel boek over geschreven, het heet Akkervogels (uitgeverij Roodbont). Nu blijken mijn opponenten er vanuit te gaan dat agrarisch natuurbeheer per definitie door commerciële boeren wordt uitgevoerd. Terwijl sommige van mijn succesvoorbeelden aan natuurbeheerders zijn te danken! Van mij mag het beide. Maar of natuurbeheer samengaat met commerciële landbouw?

De successen die ik ken, zijn vooral geboekt in akkerland. Als je in een streek waar nog wat akkervogels zijn, acht procent van elk perceel als akkernatuur beheert, en wel als brede rand om het perceel, kunnen ook zeldzaam geworden akkervogels blijven voortbestaan, terwijl de akkerbouwer commercieel boert. Met de voortschrijdende modernisering van de landbouw kan dat veranderen, maar vooralsnog lijken de kansen gunstig. Er wordt immers iets meer Europees landbouwgeld aangewend voor plattelandsontwikkeling, waar agrarisch natuurbeheer onder valt.

Van weidevogels wordt ondertussen wel duidelijk dat ze het niet redden op moderne veeteeltbedrijven. Na het verdwijnen van watersnip, kemphaan, slobeend, zomertaling en veldleeuwerik, gaan nu de grutto en de kievit eraan. Dat is niet nodig, als we er iets voor over hebben. Met de almaar intensiverende, schaalvergrotende veeteelt gaan grutto’s niet langer samen. Grutto’s houden van weilanden zoals die rond 1970 waren. Toen werd er later gemaaid, toen bloeiden hier en daar nog pinksterbloemen, waren er lichte glooiingen, vochtige laagtes, pollen van een andere grassoort dan Engels raaigras. Grutto’s hadden er de tijd voor het broeden, de kuikens vonden dekking en insecten in hoog gras, hun ouders wormen en emelten in kort gras, de vogels vonden uitkijkpostjes en verstopplekken.

Dat weidelandschap is nog steeds in te richten en te beheren zoals 41 jaar geleden. Volgend jaar is dat zoals 42 jaar geleden. Het benodigde weidelandschap wordt steeds ouder, de modernisering gaat door, het wordt telkens iets moeilijker en duurder om 1970 in ere te houden. Als we tenminste doorgaan met intensivering en schaalvergroting. Daar komt ooit een eind aan, als heel Nederland is verdeeld tussen enkele megaboerderijen. Maar ik denk dat voor die tijd de Nederlandse landbouw al weggeconcurreerd is door het buitenland, waar grond en arbeid goedkoper zijn. We kunnen blijven proberen nog goedkoper het uiterste uit onze grond te persen, maar het houdt een keer op. Hopelijk is er dan nog een kievit over.

Ik zou liever nu al pas op de plaats maken en een deel, waarom niet die reeds beproefde acht procent, van het land inrichten als natuur. Als we ruwweg volgens het landschappelijke deltaplan van de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap al het prikkeldraad verrijken met akkerranden, hagen, houtwallen en rietkragen, met enkele uitgestrekte weidevogelreservaten, kunnen we genieten van schilderachtige landschappen, met landbouw en natuur, beheerd door boeren en natuurbeheerders. Het geld daarvoor is er al, we hoeven het alleen iets anders te besteden.

Maar eerst polder ik nog even door bij het Zuidlaardermeer. Wat fantastisch om grutto’s en leeuweriken te horen!  Toch benieuwd wat ze met die graafmachines van plan zijn. U hoort het nog van me.

DELEN
Reacties zijn gesloten.