Groenland 6 – Drieteen
We zoeken nestjes op dezelfde manier als Friese kievitseizoekers. Alleen verbergen drieteenstrandlopers hun eieren veel beter dan die sullige kieviten. Ik keek een keer uit mijn raam in Nederland en zag in de verte een kievit geheimzinnig rondsluipen. Ik dacht: die heeft een nest. De kijker gepakt en ja hoor, al gauw ging de vogel draaikonten en zitten. Om een drieteentje op broeden te betrappen is meer nodig.
Jeroen wil van alles weten over drieteenstrandlopers en daarvoor moeten we ze wel vangen, hoe vervelend dat ook voor ze is. Gelukkig zijn ze als ze broeden niet bepaald opvliegend. Soms blijven ze zelfs zitten en kun je ze van het nest tillen. Ook proberen ze ons weg te lokken door even verderop net te doen of ze op de eieren plaats nemen. Of door met lage kop en bolle veren weg te vluchten. Dan lijken ze op een lemming. Misschien trapt een poolvos erin, maar wij niet.
Vossen zijn de geduchtste vijanden van de strandlopers, waarover een andere keer meer. Verder zijn hier raven, grote burgemeesters en kleine jagers, die gevaarlijk zijn voor kuikens, maar die zo schaars zijn, dat ze niet veel uitrichten. Grote burgemeesters zijn enorme meeuwen, kleine jagers zijn roofmeeuwen. Behalve vossen zijn hermelijnen gevaarlijk, al zien we maar één keer een hermelijn. Die jaagt onder de barakken in ons veldstation op lemmingen. Wolven en ijsberen zijn er nauwelijks. Muskusossen kunnen nesten vertrappen. Een van de onderzoekers hier in Groenland vond een diepe pootafdruk in de modder met onderin een geplet kuikentje. In hun lompe onwetendheid zijn grote grazers vaak grote vernielers.