Grazers als doel

De regering Rutte draait de geldkraan dicht voor een linkse hobby als natuurbeheer. Het geld is voor een rechtse hobby als asfalt. Geen wonder ook, zolang de VVD met de twee minst groene partijen samenwerkt. De Ecologische Hoofdstructuur wordt afgeschaft, al gaat een toekomstige regering er vast weer mee door. Nou hechten de natuurbeheerders wel heel veel belang aan het verbinden van natuurgebieden. Of dat terecht is? Vleermuizen volgen bomenrijen, dassen hobbelen door tunneltjes, loopkevers deinzen al terug voor een fietspad, boomkikkers lopen nauwelijks meetbare afstanden. Vogels, zelfs de honkvaste boomklever, vliegen over snelwegen. Wel lees ik altijd dat herten, runderen en paarden ruim baan moeten krijgen. Leuk voor dat scharrelvee, maar voor de rest?
Het natuurbeheer draait om grote grazers. Kleine grazers spelen nauwelijks een rol in de beheerplannen en natuurdoeltypen. Kleine grazers zijn veld- en andere woelmuizen, woelratten, konijnen en hazen. Met al die dieren gaat het slecht. Zelfs reeën verdwijnen als er te veel groot vee gehouden wordt.
Ik sprak een boswachter die weliswaar Schotse Hooglanders in zijn bos laat lopen, maar slechts een kleine kudde. Elk jaar gaat de aanwas naar de poelier. In zijn bos, zei hij, zijn grazers het middel en niet het doel, zoals in de Oostvaardersplassen. Grote grazers grazen. Kleine grazers ook, maar die zijn niet spectaculair. Je kunt ze niet fokken, ze hebben geen klaphekjes nodig en dus geen subsidie.
Ook rupsen zijn kleine grazers. Ze eten kruiden of bladeren. En heel wat rupsen eten grassen. Zij worden daarvoor alleen niet gehuldigd maar verafschuwd – rupsen vormen plagen en grazen bomen kaal. Bomen en struiken met de grond gelijk maken mogen alleen koeien en paarden, bijvoorbeeld in het ooit wereldberoemde vogelparadijs de Oostvaardersplassen. Nu rijden vogelaars niet meer om langs de Oostvaardersplassen. De grasmussen en nachtegalen zijn er verdwenen, nadat de grote grazers werden losgelaten. Want ja, zonder vegetatie geen zaden of rupsen, zonder zaden of rupsen geen vogels of kleine grazers, zonder kleine grazers geen kiekendieven, valken en velduilen.
Grote grazers als doel. Het begint met een rund per hectare, zoals op de boerderij. Het eindigt met enorme kuddes die pas in groei stagneren als ze al het voedsel op hebben. In de Oostvaardersplassen gebeurt dat. Uit de vochtige, vruchtbare zeeklei barsten in de zomer de planten te voorschijn. Even is er overvloed, er groeien kalfjes en veulens op. In de winter sterven er weer een boel van de honger, maar niet nadat alles op is. Je ziet daar nu een kale vlakte met een enorme veestapel. De veedichtheid overtreft die van de intensieve veehouderij. Als vogelaar kun je er een zeearend treffen, aaseters doen het er goed, en duizenden ganzen. Koeien en ganzen, wat lijkt ‘oernatuur’ sterk op het moderne weiland waar Nederland al vol mee ligt!

Nu was er een plan de dieren meer ruimte te geven. Via het Oostvaarderswold zouden ze het enorme Horsterwold kunnen bereiken. Een corridor van twee bij negen kilometer. Voor de runderen, paarden en edelherten van de Oostvaardersplassen. De bedoeling is dat ze ’s winters in het Horsterwold huizen en ’s zomers in de Oostvaardersplassen.
Zouden die beesten hun aantal zelf binnen de perken houden? Ik vrees dat ze in de nieuwe groene weelde niet langer verhongeren. Dat de kuddes weer onbekommerd groeien tot het eten weer opraakt, waarna de beesten net als de Oostvaardersplassen het Horsterwold kaal vreten. Waarna de grasmussen en nachtegalen ook daar verdwijnen.
We zullen zien wat er gebeurt. Niet zolang de asfaltcoalitie regeert, maar als die regering gevallen is. Over een half jaar ofzo.